Deel 12 – Wings :: Back To The Egg
Opgenomen:
29 juni tot 27 juli 1978 in de Spirit of Ranachan studio, Campbeltown
11 tot 29 september 1978, in Lympne Castle in Kent
2 tot 11 oktober en 13 november tot 1 december 1978, in Abbey Road, Londen
december 1978 tot februari 1979, in Replica Studio, Londen
Uitgebracht:
8 juni 1979: Wings elpee Back To The Egg
kant 1 (Sunny Side Up): ‘Reception’, ‘Getting Closer’, ‘We’re Open Tonight’, ‘Spin It On’, ‘Again and Again and Again’ (Denny Laine), ‘Old Siam, Sir’, ‘Arrow Through Me’
kant 2 (Over Easy): ‘Rockestra Theme’, ‘To You’, ‘After the Ball/Million Miles’, ‘Winter Rose/Love Awake’, ‘The Broadcast’, ‘So Glad to See You Here’, ‘Baby’s Request’
15 (VS) en 23 (VK) maart 1979: Wings single ‘Goodnight Tonight’/’Daytime Nighttime Suffering’
5 februari 1990: ‘Same Time Next Year’ op 12” en cd-single ‘Put It There’.
Nieuwe vleugels
Twee jaar na het afsluiten van de Wings Over the World tournee begint het bij Paul opnieuw te kriebelen: hij wil graag opnieuw met Wings de wereld rond trekken. Onder meer Japan en China staan op het verlanglijstje. Daarvoor heeft hij wat steviger songs nodig, want de meeste songs van zijn meest recente elpeee, London Town, zijn eerder akoestisch. Om hem daarbij te begeleiden wil Paul graag een co-producer naast zich. De keuze valt op een oude bekende: Chris Thomas.
Chris begon zijn carrière zowat bij The Beatles. Tijdens de opnamen van de Dubbele Witte, in 1968, was hij assistent van George Martin en kreeg toen plots de opdracht de leiding, toen Martin er voor een vakantie tussenuit kneep. In de jaren daarna heeft Thomas naam gemaakt als producer van Procol Harum, Roxy Music, John Cale en recent… The Sex Pistols.
Na het vertrek van Jimmy McCulloch en Joe English is het noodzakelijk om Wings weer te completeren met een nieuwe drummer en leadgitarist. Dat worden respectievelijk Steve Holly en Laurence Juber. Beiden zijn studiomuzikanten, aangedragen door Denny Laine en na een auditie, uitgekozen door Paul.
‘Dat was eigenlijk best wel grappig,’ vertelt Juber. ‘Je hebt verdorie te maken met Paul McCartney! Maar hij was zeer vriendelijk en hij vond het niet erg dat ik geen nummers van Wings kende. Het verliep vlotjes.’
‘We speelden een uur of twee, drie,’ vult de drummer aan. ‘Plots zei Paul: “Prima. Dit is een goede groep. Klinkt goed. Laten we ervoor gaan!”.’
‘Ik wist dat Paul een reputatie had,’ gaat Juber verder, ‘dat hij moeilijk zou zijn om mee samen te werken. Maar dat bleek geheel onterecht – integendeel zelfs. Over het algemeen was het heel fijn samenwerken. Ik heb er veel van geleerd. Het enige nadeel dat ik had door bij de band te gaan is dat ik een succesvolle carrière als studiomuzikant moest opgeven, omdat ik niet beiden kon blijven doen.’
De vuurdoop voor de nieuwe leden vindt plaats op 5 mei 1978. In de Londense RAK studio neemt Wings die dag een song op, op bestelling. ‘Same Time Next Year’ is bedoeld voor de gelijknamige film met Alan Alda en Ellen Burstyn.
Het nummer wordt de volgende dag afgewerkt in de Abbey Road Studios, met een 68-man sterk orkest, in een arrangement van Fiachra Trench.
Uiteindelijk vind de regisseur, Robert Mulligan, echter dat Paul in zijn tekst wat ‘teveel verraadt van de plot’. Daarom verkiest hij een ander nummer: ‘The Last Time I Felt Like This’ van Marvin Hamlisch.
Spirit of Ranachan
[Na die eerste sessies] trokken we naar Schotland om mekaar wat te leren kennen,’ vertelt Laurence Juber. Ze verblijven van 29 juni tot 27 juli 1978 in Pauls boerderij in Campbeltown, waar ze in een relaxte sfeer kunnen repeteren en jammen.
Er wordt ook gestart met de opnamen van de elpee, die dan nog de werktitel Wings In The Wild draagt. Die opnamen vinden plaats in de studio die Paul heeft laten bouwen in een schuur op het erf: Spirit of Ranachan.
Dit keer kiest Paul er voor om de basistracks van de nummers zoveel mogelijk live op te nemen. ‘De meeste tracks werden opgenomen als een band, met iedereen op zijn gebruikelijke instrument,’ bevestigt Juber. ‘Soms namen we iets op zonder de drums. Die kwamen dan later.
Er was geen uitgebreide productie nodig. Het was meer basic… Back To The Egg moet je dan ook zien back to basics. Producer Chris Thomas kwam rechtstreeks van The Sex Pistols. Hij deed ook The Pretenders [in diezelfde periode]… een heel andere aanpak [dan London Town] Dat was een vreemde plaat, haast een folkelpee.’
Twee van de hardste songs worden in één dag op band gezet: 23 juli, een zondag. Eerst ‘Spin It On’ en daarna ‘Old Siam, Sir’. Dat laatste is ontstaan uit een riff van Linda, gespeeld op haar toetsenbord. Paul werkt het verder uit, met de hulp van Denny Laine. Tijdens de sessie komt Steve Holly met een middenstuk. Dat leidt tot een hoogoplopende discussie met Laine, over wie de credits krijgt. Paul lost het op… door alleen zijn eigen naam er onder te zetten.
‘Spin It On’ noemt Laurence ‘een soort punk-rockabilly. Het heeft iets meedogenloos. Ik deed alle sologitaarspullen in zo’n twintig minuten. Zo voelde het tenminste aan. Ik zat in de controlekamer, naast Paul. Alleen wij twee.’
‘Arrow Through Me’ bestaat uit niet veel meer dan twee drumpartijen, een sax en een elektrische piano. Laurence Juber: ‘Ik herinner me dat Paul Simon op bezoek kwam in de studio. Toen hij dat nummer hoorde, vroeg hij: “Wow, hoe krijg je die fantastische basklank?” Hij kon echt niet geloven dat het met de linkerhand gespeeld was op de elektrische piano.’
Na vier weken zijn er basistracks opgenomen van een dozijn nummers. Naast de al eerder genoemden zijn dat: ‘To You’, ‘Winter Rose’, ‘Cage’, plus vroege versies van ‘Love Awake’ en ‘Ballroom Dancing’. Denny Laine heeft twee songs aangedragen: ‘Again and Again and Again’ en ‘Weep For Love’. Laurence Juber kwam met het instrumentale ‘Maisie’.
Daarnaast is nog een tweede filmsong opgenomen: ‘Did We Met Somewhere Before?’. Het is bedoeld voor Heaven Can Wait , van Warren Beatty and Buck Henry. Maar opnieuw wordt de song afgewezen – terecht, want het is niet erg sterk.
Twee jaar later krijgt het toch nog een tweede kans, wanneer Allan Arkush de song gebruikt als openingsnummer voor zijn film rond The Ramones: Rock & Roll High School. Hij heeft het op een akkoordje kunnen gooien met Macca: de regisseur mag de song gebruiken voor een schamele $500, maar het mag niet op de soundtrackelpee en Paul wil zijn naam niet op de aftiteling.
Tijdens de laatste week worden overdubs toegevoegd aan de beste takes.
Lympne Castle
Na een onderbreking van zes weken, worden de sessies hervat. Vanaf 11 september 1978 treffen we Wings aan in een geheel nieuwe omgeving: in Kent. Meer bepaald in Lympne, een dorpje op een half uurtje rijden van de nieuwe woonst van de McCartney’s in Rye, Sussex.
De RAK mobiele studio staat er gedurende drie weken opgesteld. ‘We hadden de beschikking over de nieuwste 24-sporen opnameapparatuur,’ vertelt Paul. ‘Maar ik heb niet het gevoel dat zoiets een meerwaarde is ten opzichte van vroeger, toen we maximaal vier sporen hadden. Je verliest snel het overzicht en dat wil ik niet.’
‘We namen het grootste deel [van Back to the Egg] op in een middeleeuws kasteel in Kent,’ gaat hij verder. ‘Een maand lang namen we het kasteel over. We werkten in de keuken, de traphal, de trappentoren en de grote inkomhall. […] Het was fijn. Interessant. We houden er wel van om op speciale plekken op te nemen. Dat zorgt voor een gezonde, frisse aanpak. Persoonlijk geloof ik niet in de mythes van goede akoestiek. Ik denk dat je met goede microfoons en goede nummers overal aan de slag kan.’
Zo wordt het drumstel opgesteld in de openhaard van de grote hal.
Nummers waaraan gewerkt wordt in het kasteel zijn: ‘We’re Open Tonight’, ‘After The Ball’, ‘Million Miles’ en een nieuwe versie van ‘Love Awake’. Het musical-achtige ‘Robber’s Ball’ belandt in het archief.
Voor twee andere nummers wordt de hulp ingeroepen van de bewoners. Harold Margary reciteert ‘The Sport Of Kings’ van Ian Hay en ‘The Little Man’ van John Galsworthy voor ‘The Broadcast’. Zijn echtgenote, Dierdre, zegt een kinderversje op: ‘The Poodle And The Pug’ voor het openingsnummer, ‘Reception’.
Rockestra
Begin oktober verkast Paul naar de vertrouwde omgeving van de Abbey Road Studio voor een speciaal project. Hij heeft het idee opgevat om, met de hulp van de crème de la crème van de Britse rockmuziek, een soort orkest te vormen: Rockestra. Het betreft leden van The Shadows, Pink Floyd, The Who, Led Zeppelin, The Faces en The Attractions.
Er ontbreken er een paar op het appel. Keith Moon was uitgenodigd, maar was helaas overleden voor het zover was. Ringo Starr sloeg de uitnodiging af wegens andere bezigheden in het buitenland. Jimmy Page had toegezegd, maar ‘Hij kwam niet opdagen,’ weet Laurence Juber. ‘Zijn versterker was er, maar hijzelf niet. John Paul Jones is op de plaat en John Bonham. Maar geen Jimmy Page.’
Jeff Beck wou dan weer wel komen, maar eiste vetorecht over zijn gitaarpartijen. Daar wou Paul niet van horen.
In drie uur worden twee nummers opgenomen: ‘So Glad To See You Here’ en het ‘Rochestra Theme’.
Zestig microfoons zijn verbonden met twee mixing consoles, zowel een 24 las een 16-sporen apparatuur werken gelijktijdig, dankzij een nieuw synchronisatiesysteem Tape Lock. Bovendien wordt alles gefilmd door regisseur Barry Chattington die vijf Pana-vision 35-mm cameras gebruikt, plus eigen opname apparatuur.
Volgens Jo Jo Laine wordt er in de toiletten aangeschoven om cocaine te snuiven.
Paul toont zich erg tevreden over het resultaat: ‘Verbazingwekkend hoe strak ze allemaal samen speelden. Met mensen als Pete Townshend, Gary Brooker, Hank Marvin, Ronnie Lane, Ray Cooper en Dave Gilmour zou je een ruwer, minder gecontroleerd geluid verwachten. Maar het draaide anders uit: 14 rockmuzikanten die voor het eerst samen spelen, klinken ongelofelijk strak.’
https://www.youtube.com/watch?v=8VxF7L3VVqs
Replica Studio
Na nog eens een onderbreking van een maand, werken ze opnieuw twee weken in de Abbey Road studio, om de opgenomen tracks af te werken. Paul maakt van de gelegenheid gebuik om twee nieuwe nummers op te nemen. ‘Getting Closer’ begint als een duet met Denny Laine. Het gaat echter niet over vriendschap, maar over een nachtelijke autorit, opgeleukt door muziek op de radio en een goede pretsigaret. Jammer genoeg is het precies een niet aflatende stroom van die sigaretjes die er voor zorgt dat Paulie zo slordig omgaat met zijn teksten: ‘Say you don’t love him, my salamander’ ?! Of nog: ‘Well now, why haven’t I had any dinner?’ – de complete tekst van het ‘Rockestra Theme’.
Het jazzy ‘Baby’s Request’ is een ander verhaal. Paul schreef het nummer na een optreden van The Mills Brothers, een a capella groep uit de jaren dertig, die hij die zomer aan het werk zag, tijdens een vakantie in het zuiden van Frankrijk. Paul maakt een demo met Wings. Wanneer hij hen de song aanbiedt, vragen ze echter geld om het op te nemen. Dus gebruikt hij de opname maar als slotstuk van de elpee.
Wanneer blijkt dat Studio Two van Abbey Road, vanaf begin december een paar maanden bezet is, omdat Cliff Richard er zijn nieuwe elpee (Rock ‘n’ Roll Juvenile) gaat opnemen, toont Paul zich erg ongeduldig. Hij laat de controlekamer helemaal opmeten en nabouwen. Het is een exacte kopie, compleet met valse wanden en andere namaakspullen.
‘We creëerden Replica Studio in de kelder van Pauls kantoor, aan Soho Square, voornamelijk voor het mixen’, vertelt Laurence Juber. ‘We maakten er ook wat opnamen.’ Zo krijgen ‘Spin It On’ en ‘So Glad To See You Here’ een nieuw einde.
‘Daarvoor werd het drumstel opgesteld in een kamer waar de koffiemachine stond. Daar speelde ik ook de akoestische gitaarsolo voor ‘Goodnight Tonight’. Zoiets geeft het een heel andere sfeer.’
‘Goodnight Tonight’ heeft Paul een jaar eerder, tijdens het afmixen van London Town, in zijn eentje opgenomen. De enige bijdrage van een van de andere bandleden is de prachtige Flamenco gitaarsolo van Juber. Tijdens het afmixen, kondigt Paul aan dat het de eerste single wordt van de vernieuwde Wings. Als iemand een sterk nummer kan schrijven tijdens het weekend, zullen ze dat op maandag opnemen voor de b-kant.
Iedereen schiet meteen in actie. Zelfs Linda doet haar best.
Maar ‘s maandags komt Paul zelf met ‘Daytime Nightime Suffering’ aandragen. Hoewel hij het pas heeft geschreven weet Paul al precies hoe het moet klinken. ‘Ik kreeg veel vrijheid,’ vertelt Juber. ‘De enige keer dat hij me zei wat ik moest spelen, was bij ‘Daytime Nighttime Suffering’. Dat had hij helemaal uitgeschreven. Dat en ‘Coming Up’. Die riff van ‘Coming Up’: diddlelittlelitditdit…Dat stukje, dat wou hij precies zo hebben.’
Het nummer staan dan ook in no-time op band. Het mixen verloopt heel wat moeizamer: daarvoor zijn niet minder dan 49 pogingen nodig. En dan blijft er nog een foutje hoorbaar: na twee minuten kun je, met een koptelefoon, baby James horen huilen.
Begin april 1979 – bijna 10 maanden na de eerste sessies, wordt eindelijk de laatste hand gelegd aan de tracks van Back To The Egg. ‘Winter Rose – Love Awake’ wordt ingezongen en voorzien van een brassband, de Black Dyke Mills Band, en er wordt synthesizer toegevoegd aan ‘Getting Closer’ en ‘Love Awake’.
Even wordt er gestoeid met het idee van een conceptelpee, onder de titel ‘We’re Open Tonight’. ‘Ik bedacht iets rond touren,’ vertelt Linda.’Op een regenachtige avond stapt een groep in het busje, op weg naar een optreden… Maar uiteindelijk zijn het gewoon wat songs.’
Hot Hits and Kold Kutz
Paul was nogal gepikeerd over het feit dat ‘Mull Of Kintyre’ in de Verenigde Staten haast onopgemerkt is gebleven, terwijl het in de rest van de wereld zo’n gigantisch succes kent. Hij verwijt Capitol, de platenfirma die er zijn muziek verdeeld, niet genoeg promotie te hebben gemaakt. Wanneer London Town er bovendien, als eerste elpee van Wings in jaren, niet de top bereikte, is voor hem de maat vol. Hij laat Capitol Records weten dat hij op zoek gaat naar een andere verdeler.
Op 1 januari 1979 tekent Paul één van de beste contracten in de popgeschiedenis. Columbia Records (CBS) biedt hem, voor de volgende drie jaar, een voorschot van 1,5 miljoen euro per jaar. Als tegenprestatie moet hij elk jaar één album aanleveren. Verder krijgt hij 22% royalties, plus een extraatje. Zijn muziekuitgeverij MPL krijgt de rechten van Frank Music, de muziekcatalogus van Frank Loesser, bekend van o.a.Guys and Dolls.
Pas in 2006 raakt bekend dat Paul in het contract heeft laten opnemen dat hij opnamen mag maken met ‘John Lennon, Richard Starkey and George Harrison recording together as The Beatles’.
Om de periode af te sluiten, wil Capitol graag een verzamelaar uitbrengen. Paul komt met het voorstel om er een dubbelelpee van te maken: Hot Hits and Kold Kutz. Het Hot Hits aspect is duidelijk: een verzameling van zijn grootste hits. Kold Kutz (Cold cuts zijn prakjes of kliekjes) zijn zoals de naam het aangeeft, b-kantjes en outtakes.
De voorgestelde tracklist van Kold Kutz is:
kant 1: ‘Mama’s Little Girl’, ‘I Would Only Smile’, ‘Tragedy’, ‘Night Out’, ‘Oriental Nightfish’, ‘Lunch Box/Odd Sox’, ‘My Carnival’
kant 2: ‘Send Me The Heart’, ‘Hey Diddle’, ‘Wide Prairie’, ‘Tomorrow’, ‘Proud Mum’, ‘Proud Mum Reprise’, ‘Same Time Next Year’, ‘Did We Meet Somewhere Before?’
‘I Would Only Smile’ en ‘Send Me The Heart’ zijn songs van Denny Laine. ‘Oriental Nightfish’ en ‘Wide Prairie’ zijn gezongen door Linda. ‘Tragedy’ is een cover van een nummer van The Fleetwoods uit 1961.
De beide niet-gebruikte soundtracknummers vervolledigen de tracklist.
‘Oriental Nightfish’ wordt in oktober 1978 vertoond in Britse bioscopen, als voorfilmpje bij Driver. De tekenfilm is het werk van Ian James, naar een song van Linda McCartney.
Capitol geeft echter de voorkeur aan een enkele elpee: “dat verkoopt beter”.
Dus verschijnt, netjes op tijd voor de Kerstperiode, Wings Greatest in november 1979.
Singles
De eerste release van Columbia is de single ‘Goodnight Tonight’/’Daytime Nighttime Suffering’ die verschijnt op 15 maart 1979. Het nummer doet het goed en behaalt zowel in Engeland als in Amerika de top 5. De single versie is een edit en voor de volledige opname kun je terecht bij de 12” versie.
Columbia dringt er dan ook bij Paul op aan om het nummer op zijn volgende elpee te zetten, maar die weigert dat. Back To The Egg verschijnt in mei 1979. De titel geeft al aan dat Paul het album ziet als een nieuwe start.
‘Het was zo’n beetje terug naar af voor ons’, verklaart Paul, ‘nieuwe dingen proberen. Die titel vat het zowat samen.’
Maar ondanks genoeg melodieën in elke song, waarmee anderen een hele elpee mee zouden kunnen vullen én een TV-special met promofilmpjes van 7 nummers, doet de plaat het na, een sterke start, niet zo goed in vergelijking met zijn vorige elpees. De top 5 wordt net niet bereikt. Het gebrek aan een echte hitsingle speelt daarin zeker mee.
De platenmaatschappij had nochtans erg hoge verwachtingen. ‘Ik hoorde onlangs dat er drie miljoen exemplaren van Back To The Egg liggen te wachten in een stockageruimte,‘ verklapt Paul. ‘Dat klinkt als een enorme flop. Maar voor elke andere groep is een verkoop van één miljoen – en dat hebben wij – een succes. Het is een goede plaat. Het is onze eerste plaat. De niet-verkochte platen zijn er omdat de platenmaatschappij er teveel heeft geperst. ‘
Ook volgens Juber waren de voortuitzichten van Columbia niet realistisch. ‘De overeenkomst was geregeld met Walter Yentikoff, Bruce Lundvall, Don Devito, Paul Atkinson aen nog een paar anderen – allemaal legendarische figuren in de muziekwereld op dat moment. Paul McCartney bij je label hebben verhoogde je status zeker. Maar tegen dat de plaat uitkwam in juni 1979 ging het economisch niet te best en de platenverkoop was achteruit gegaan. De platenlabels hadden het in hun hoofd gehaald dat iedere plaat het beter zou moeten doen dan Rumors of Saturday Night Fever. Dat was een fase die snel weer voorbij was en de verkoop viel snel terug tot de normale omzet. […] In elk geval: Back to the Egg deed het tamelijk goed en het zou nog beter zijn gegaan als hij ‘Goodnight Tonight’ er op had gezet. […] Het zou het verschil hebben gemaakt van triople platina in plaats van platina.’
Als eerste single is ‘Old Siam, Sir’ in Engeland en Europa, terwijl voor Noord-Amerika de keuze valt op ‘Getting Closer’. De b-kant is wel overal hetzelfde: ‘Spin It On’. En het resultaat ook: gestrand buiten de top 20!
Eenzelfde lot zijn de volgende singles beschoren: ‘Arrow Through Me’ in de VS, ‘Getting Closer’/‘Baby’s Request’ in het VK en ‘Rockestra Theme’ in een aantal Europeese landen.
5 juni 1979: in de hangar van een klein prive vliegveld in Kent, worden beelden geschoten voor ‘Spin It On’ en ‘Getting Closer’. In een veld in de buurt wordt ‘Again And Again And Again’ verfilmd. Er wordt gewerkt tot het donker wordt.
‘Ik herinner me de opname van dat filmpje nog goed, ‘mijmert Laurence Juber. ‘We droegen van die namaak vliegeniersjassen: leder, gevoerd met bont. We filmden in een vliegtuighangar in de koude Britse lente, maar achter ons stonden een heel pak schijnwerpers. We werden zowat gebraden. Toen ik die avond thuis kwam, hing ik de jas te drogen. Dagenlang droop het zweet er nog uit – zo heet was het daar.’