In het januari nummer van Mojo (uitgebracht op 1 december, maar tijdschriften werken blijkbaar volgens een andere kalender) staat een artikel over Laura Nyro. Opvallend is het verslag van haar optreden tijdens een van de eerste festivals: dat van Monterey in Californië, in juni 1967. Ze stond er geprogrammeerd vlak na The Byrds en voor Jefferson Airplane. En ze werd uitgejouwd. Niet omdat haar muziek slecht zou zijn, maar omdat het publiek geen idee had wat ze met haar verschijning aanmoesten. Het begrip singer/songwriter was namelijk nog niet uitgevonden. Van folkzangers werd verwacht dat ze oude songs zouden brengen.

Wanneer wekt mijn nieuwsgierigheid: wie lag dan aan de basis van het genre? Na enig zoeken kwam ik uit bij Tom Rush. Diens The Circle Game wordt door het tijdschrift Rolling Stone bestempeld als de allereerste elpee in het singer-songwriter genre.

En toevallig is dat een van mijn lievelingsplaten.

No Regrets

“Wie is, in Gods naam, Tom Rush?” zal u misschien denken. En wie kan u dat kwalijk nemen? Hoewel hij begin vorig jaar nog eens met nieuw materiaal kwam, dateert zijn vorige studioalbum 1974 – 35 jaar geleden. Toen was u misschien nog niet eens geboren!

Nochtans kent u ongetwijfeld toch minstens één nummer van hem: ‘No Regrets’:

There’s no regrets, no tears goodbye
I don’t want you back, we’d only cry again
Say goodbye again

Tientallen keren is het nummer gecoverd. In Vlaanderen bijvoorbeeld door Dirk Blanchart, in 1990. U2 bracht het al eens live.

De bekendste versie echter werd gezongen door Scott Walker: in 1976 was het een Britse top 10 hit als de comeback single van zijn groep, de Walker Brothers.

The Walker Brothers

De originele versie van ‘No Regrets’ dateert uit 1968 en was het sluitstuk van The Circle Game, de elpee dus waarmee alles begon.

Tom Rush

Tom Rush werd 68 jaar geleden geboren in Portsmouth, New Hampshire. Tijdens zijn studies Engelse literatuur aan de universiteit van Harvard begon hij op te treden. Begin jaren zestig was Boston, na Greenwich Village in New York, het tweede centrum van de folkbeweging in Amerika. Rush deelde er een kamer met de later producer Joe Boyd (Nick Drake, Fairport Convention…).

Zoals gebruikelijk bestonden zijn eerste elpee’s uit covers van akoestische blues en folksongs. In het spoor van Bob Dylan werd hij op zijn derde plaat Take A Little Walk With Me (uit 1966), bijgestaan door een elektrische versterkte band met mensen als Bruce Langhorn en Al Kooper.

Voor de opvolger zocht hij naar nieuwe wegen. Hij was een beetje uitgekeken op het geijkte folkmateriaal.

“Tegen het midden van de jaren zestig had ik zowat alle traditionals gehoord: de Childe ballads, de blues opnamen, de 78 toeren plaatjes, een groot stuk van wat er in de Library of Congress te vinden was… Ik vond niets meer waar ik nog warm van werd. En toen kwam Joni met songs die folky klonken maar tegelijkertijd zeer literair waren. Het waren een beetje nieuwe kleren geknipt uit oude stoffen, of nieuwe bloemen in een oude tuin… Iets in die aard. In ieder geval, vond ik ze aantrekkelijk omdat ze fris klonken en toch ook weer gekend en eigenlijk gewoon verschrikkelijk goed.”

Joni Mitchell

De Joni in kwestie is Roberta Joan Anderson, beter gekend als Joni Mitchell.

Hij had haar in 1965 ontmoet in het clubcircuit van Detroit, Michigan. “Ik speelde er in een club: the Chessmate. Zij vroeg aan de uitbater of ze een gastoptreden mocht doen, zodat ik haar kon zien. Die vent was echt een rare kwiet. Morrie Widdenbaum heette hij. Het was een echt schaakgenie, maar hij kon niet eens zijn schoenen binden. Hij woonde in een groot onbemeubeld huis. Er was ook een zwembad, maar dat was half gevuld met bierblikjes. Rare kerel… maar met een uitstekende muzieksmaak.

In ieder geval: Joni maakte deel uit van de lokale scène. Ze mocht [het voorprogramma doen] en ik vond haar geweldig.”

De zelfgeschreven songs van de Canadese spreken hem zeer aan. Ze raken aan de praat en ze nodigt hem uit om, voor de duur van zijn verblijf in Detroit, bij haar thuis te komen slapen. Joni is enkele maanden eerder getrouwd met een folkzanger Chuck Mitchell. Ze wonen in een appartementje op de vijfde verdieping, dat ze nog volop aan het inrichten zijn.

“Hij begreep mijn songs meteen,” vult Joni Mitchell aan, in een interview uit 1970. “Hij vroeg naar meer. Ik had [wat songs] achter de hand gehouden die ik te gevoelig vond, of te vrouwelijk. Maar net die koos hij uit.” Dat zijn nummers als ‘Both Sides, Now’, ‘Urge For Going’ en ‘Little Green’ (over het dochtertje dat ze afgestaan heeft voor adoptie).

Ze vertelt verder dat de goede raad van Tom haar carrière op weg heeft geholpen: “Hij overtuigde me om weg te trekken uit Michigan. Dus trok ik naar New York en speelde er in de Gaslight, maar dat ging niet zo goed. Er was wat interesse maar er bewoog niets.”

“En toen nam Tom mijn nummer ‘Urge for Going’ op. Hij had het eerst willen geven aan Judy Collins. Hij liet het haar horen, maar ze was niet geïnteresseerd.” Hij zocht naar iemand anders die hij het kon laten brengen, maar niemand wou het.

Joni had hem een bandje toegezonden met enkele van haar songs, waarmee hij trachtte zijn platenfirma, Elektra, te overtuigen om haar te tekenen. Die vonden echter dat ze aan één Judy Collins genoeg hadden.

“Op een dag kreeg ik een brief van hem,” gaat Joni verder. “Hij schreef: ‘Ik ga ‘Urge for going’ zelf doen. Het is niet echt mijn ding, maar we zien wel.’

Tom had, in de herfst van 1966, een eerste versie van ‘Urge For Going’ opgenomen, met Bruce Langhorne op gitaar. Een kopie daarvan gaf hij aan Jefferson Kay, een bevriende DJ bij de radiozender WBZ in Boston. “Hij draaide het één keer en onmiddellijk begonnen de verzoekjes binnen te komen. Het was zeer, zeer populair. Waarschijnlijk voor een stuk omdat je het alleen maar kon horen door het aan te vragen. Dat was voor er cassetterecorders waren.”

Die opname vormde de eerste aanzet voor zijn nieuwe elpee. Hij ging op zoek naar meer fris materiaal.

Jackson en James

Via zijn platenfirma hoorde hij een demo gehoord van een andere jonge songschrijver: Jackson Browne. Jackson was pas 18 toen hij in september 1966 bij Elektra tekende. In een  paar namiddagen had hij een dertigtal zelfgeschreven nummers op band gezet.

Ontzet kijkt hij er later op terug: “Elektra maakte er kopieën van. En dan deden ze iets heel stoms: ze deelden die uit. Ik had die dingen in een uur of vier opgenomen en het was echt vreselijk slecht. Ik kon niet eens zingen [toen]. Ze duiken nog steeds op. Ik heb er een stuk of veertig van te pakken kunnen krijgen, maar er waren er honderd van gemaakt. Vreselijk.”

De platenfirma wist niet goed wat met hem aanvangen en ze lieten hem terug gaan. Jackson trok naar New York waar hij Nico en Tim Buckley ging begeleiden.

Uit die demo pikte Tom Rush het nummer ‘Shadow Dream Song’.

Toen Jackson Browne in New York arriveerde was daar net een ander Californische songwriter vertrokken. James Taylor was naar Engeland gevlucht om zijn eigen heroïneverslaving te ontlopen. In Londen presenteerde hij zich bij Apple, de pas opgerichte platenfirma van Apple. Paul McCartney reageerde enthousiast op zijn demo en meteen kreeg Taylor een contract onder de neus geschoven. Zijn titelloze debuut verscheen in december 1968. Daarop stonden songs op die Tom Rush hem net voor zijn vertrek had horen spelen.

“Ik ontmoette James Taylor via mijn producer bij Elektra. Hij zei: ‘die jongen is een goede songwriter. Ik zal hem aan je voorstellen. Hij vertrekt over een paar dagen naar Engeland.’ Een afspraak werd geregeld in het kantoor van Elektra. Ze zetten ons bij elkaar in een lege kamer, zonder meubels. We gingen op de vloer zitten en hij speelde me een paar songs voor. Ik nam ‘Something In The Way She Moves’ en ‘Sunshine, Sunshine’ op voor The Circle Game.”

In een interview met Rolling Stone vertelde James Taylor later: “Tom was niet alleen een held voor mij, maar ook een van mijn grote voorbeelden.”

The Circle Game

Tom werkte lang aan The Circle Game. De nummers had hij zorgvuldig gekozen zodat ze samen een verhaal vertellen. Over de overgang van de jeugd naar de volwassenheid: het verliezen van de onschuld, compromissen leren sluiten, de eerste liefde… Over op eigen benen staan en terugblikken zonder spijt: ‘No Regrets’.

Dat laatste nummer had hij zelf geschreven. Samen met ‘Rockport Sunday’, het instrumentale nummer dat er op de plaat net aan vooraf gaat, zijn het de twee enige eigen composities van hem op The Circle Game

Haast alle andere songs waren dus van aankomend, nieuw talent: drie van Joni Mitchell, twee van James Taylor en een van Jackson Browne.

Die vulde hij aan met nog twee andere covers: ‘The Glory Of Love’ was een song uit de film Guess Who’s Coming To Dinner, uit 1936. The Five Keys hadden er in 1951 een dikke hit mee gehad, in een doo-wop versie. En ‘So Long’ is een nummer van de latere countryster Charlie Rich, uit de tijd dat die nog voor het Sun label werkte.

The Circle Game verscheen in april 1968. Op de hoes prijkt Rush samen met zijn toenmalige vriendin Jill Lumpkin, gefotografeerd door Linda Eastman. Toen nog de favoriete fotografe van mensen als Jimi Hendrix en the Grateful Dead en later mevrouw McCartney.

De plaat maakte grote indruk. Het hielp zeker om de carrières van de drie jonge songschrijvers een zetje te geven.

“Daarmee ging de bal aan het rollen,” erkent Joni Mitchell. “Hij heeft de deuren voor mij geopend. Bij elk optreden bracht hij mijn nummers en maakte reclame en de mensen werden nieuwsgierig. Een heel nieuw circuit kreeg interesse in mij.”

Zo neemt country zanger George Hamilton IV de song op nadat hij Rush het nummer heeft horen zingen. Hij heeft er een top 10 hit mee op de countrylijst van Billboard.

Daarna veranderde Judy Collins van mening. Ze nam het nummer alsnog op in 1969 en ook haar versie behaalde de top 10. Joni zelf bracht haar versie pas in 1972 uit, als de b-kant van ‘You Turn Me on I’m a Radio’.

Het titelnummer bracht Joni zelf in april 1970 op Ladies Of the Canyon, met backing vocals van Crosby, Stills, Nash & Young. Ze had het geschreven als antwoord op Neils eigen ‘Sugar Mountain’ – een song over het onvermijdelijke verlies van onschuld bij het opgroeien.

Mocht je ooit een exemplaar van The Circle Game tegenkomen: niet twijfelen – kopen!

Zelf heb ik een er alleen oude cd-versie van, maar in mei 2008 bracht Rhino een remaster uit met wat bonus tracks en een uitgebreid boekje. En Rhino kennende zal die versie wel uitstekend verzorgd zijn

Tom Rush live

Herfst. De bladeren vallen. De kale takken komen tevoorschijn. Straks kunnen we door de bomen het bos terug zien. Tijd voor een overzicht.  Een soort van inhoudsopgave van de interessantste stukjes die in de loop van de laatste twee, drie jaren op mijn blogs zijn verschenen.

Voor mijn stukjes over de elpees van Bob Dylan volstaat deze link.

 

Southern muziekinstrumenten

De geschiedenis en toelichtingen bij muziekinstrumenten die mee de klankkleur bepalen van Americana en rootsmuziek.

slide gitaar
steel gitaar 
Dobro’s en National Guitars
Mandoline deel 1 en deel 2
banjo deel 1 en deel 2 

 

Nick Drake  

Five Leaves Left 
Bryter Layter
Françoise Hardy
postuum verschenen platen  
enkele clipjes

The Beatles of de Witte Dubbel : the Beatles in 1968, in zeven delen.
inleiding
Rishikesh
John Lennon
– Paul McCartney
George Harrison
Ringo Starr
–  de opnamen van de Witte Dubbel elpee

De hoezen van Britse Beatles elpees

De Plastic Ono Band op het Rock ‘n’ Roll Revival Festival in Toronto, 13 september 1969 

John Lennon: Rock ‘n’ Roll/Roots 

George Harrison – Delaney Bramlett 

 

Favoriete songs 

Donovan – Sunny Goodge Street
Bobbie Gentry – Ode To Billie Joe
Peter Jones – Kilkelly
The Animals – House Of the Rising Sun
The Beatles – In My Life
Leonard Cohen – Hallelujah en zo
The Rolling Stones – Wild Horses  (ook wel Gram Parsons)
Ry Cooder – Cancion Mixteca
Diversen – Delia’s Gone
Drive-By Truckers – Two Daughters and a Beautiful Wife
Glenn Campbell – Guess I’m Dumb
Gerry Rafferty – Baker Street
Peter LaFarge – The Ballad Of Ira Hayes
Favoriete platen 

David Crosby – If I Only could Remember My Name
Joni Mitchell – Hejira
Richard & Linda Thompson – Shoot Out the Lights 
Dennis Wilson Pacific Ocean Blue  en  Bambu
Emmylou Harris, Dolly Parton & Linda Ronstadt: Trio en Trio II

Voila, urenlang lees- en luistergenot voor de lange winteravonden.

 

 

John Lennon en Phil Spector
John Lennon en Phil Spector

 

John Lennon – ROCK ‘N’ ROLL (Roots)

 

 

 

Op 27 mei werd Phil Spector veroordeeld tot een gevangenis van minstens 19 jaar. Hij was eerder al schuldig bevonden aan moord op een vrouw, die hij enkele uren daarvoor had opgepikt in een bar. De reden waarom hij dat heeft gedaan blijven onduidelijk. Zoals zoveel in het leven van een van de grootste producers in de geschiedenis van de muziek.

Dat heeft ook John Lennon mogen ervaren. Aan het begin van de solo carrière van de ex-Beatle hebben beide mannen samen schitterende dingen gedaan. Denk maar aan de single ‘Instant Karma’ en de LP’s Plastic Ono Band en Imagine. Maar toen John een plaat vol covers van oude rock ’n’ roll songs wou opnemen liep het fout. Al was dat niet allemaal alleen de schuld van Spector.

Het verhaal achter John Lennons Rock ‘n’ Roll plaat is boeiend genoeg voor een prachtige documentaire…. of een aflevering van The Sopranos.

 

De aanleiding

Fans van die mafiaserie kennen zeker Herman “Hesh” Rabkin, de joodse adviseur van Tony Soprano. Een man die in de jaren vijftig en zestig vele zwarten een kans heeft gegeven om sterren te worden in de muziekwereld. Maar daar vooral zelf een mooie cent aan over heeft gehouden.

De rol is voor een groot stuk gemodelleerd op een bestaande figuur: Moishe “Morris” Levy. Morris was begonnen als nachtclubuitbater in New York. Toen hem gevraagd werd om maandelijks rechten te betalen op de liedjes die er in zijn club werden gespeeld, begreep hij dat er geld te verdienen was met auteursrechten. In 1956 richtte hij ‘Roulette Records’ op, om zelf opnamen te maken van artiesten die optraden in zijn clubs. Wanneer artiesten schulden hadden zorgde hij er voor dat die werden ingelost, in ruil voor hun deel van de auteursrechten. Zo werd hij eigenaar van een groot aantal bekende songs.

Toen The Beatles Abbey Road uitbrachten zag hij een kans om de kassa nog wat meer te laten rinkelen. De eerste regels van ‘Come Together’ zijn “Here come old flat-top, he comes groovin’ up with me”. Dat lijkt sterkt op “Here come a flat-top, he was movin’ up with me” uit Chuck Berry’s nummer ‘You Can’t Catch Me’. En daarvan bezat één van zijn vele firma’s, Big Seven Music, nu toevallig de rechten.

Levy spande een rechtszaak aan tegen MacLen Music, Inc., Northern Songs, Ltd. en Apple Records, Inc.

Na drie jaar touwtrekken werd op 12 oktober 1973 de zaak in der minne geregeld. Big Seven liet de aanklacht vallen in ruil voor Lennons belofte om drie nummers waarvan de rechten berusten bij de muziekuitgeverij op te nemen voor zijn volgende langspeelplaat.

De catalogus van Big Seven omvat vooral rock en pop nummers uit de late jaren vijftig en begin zestig.

 

Een lang weekend

John is dan net begonnen aan zijn Lost Weekend: achttien maanden zonder Yoko Ono. Na aanslepende huwelijksproblemen heeft ze hem het huis uitgezet. Om een oogje in het zeil te houden heeft ze hem gekoppeld aan haar Chinese assistente, May Pang.

Het kersverse koppeltje besluit het mooie weer te gaan opzoeken. En waar kun je dan beter zijn dan ergens waar het haast nooit regent? Enkele reis Californië, dus.

Toch denkt John niet meteen aan feesten en lekker luieren. Integendeel, om de scheiding te verwerken besluit hij zich meteen op het werk te werpen. Hij ziet dat wel zitten: wat covers van de rock n’ roll songs uit zijn tienertijd op te nemen. Hij wil zich vooral amuseren in de studio. “John zei: ‘Ik wil zelfs niet producen deze keer,’” vertelt May Pang. “Ik wil gewoon de zanger zijn in de band en mijn hart uitschreeuwen… al mijn favoriete songs zingen.”

Al dat gedoe dat er bij komt: muzikanten bij elkaar zoeken, arrangementen maken of de banden mixen… Daar moet iemand anders maar voor zorgen. En wie kan dat beter dan Phil Spector, de architect van de Wall of Sound?

Maar Spector laat niet in zijn kaarten kijken. Wekenlang blijft hij de boot afhouden, tot John hem verzekert dat hij de volledige zeggenschap krijgt. “Phil vroeg hem: ‘Weet je dat zeker?’” herinnert May Pang zich. “John had de hint moeten snappen.

En ik had moeten zien aankomen wat er ging gebeuren toen hij voor het eerst naar ons toe kwam om de arrangementen te bespreken. Hij kwam midden in de nacht aan – iedereen lag al in bed. En hij bleef tot het terug licht werd.”

 

Back To Mono

De opnamen vinden plaats in de A&M’s Studios A in Los Angeles. Voor de duur van de opnamen zijn John en May te gast in Bel Air, in het huis van platenbaas en producer Lou Adler.

De eerste sessies voor Oldies But Mouldies, zoals John het project heeft gedoopt, is gepland voor woensdag 17 oktober 1973. En dat is meteen al een verrassende ervaring.

May Pang: “We hadden gedacht dat er een stuk of zes muzikanten zouden klaarstaan, maar het bleken er 28 te zijn! Er waren zes gitaristen – drie elektrische en drie akoestische – en twee drummers: Hal Blaine en Jim Keltner… Tot mijn verbazing zag ik (gitarist) Steve Cropper, (percussionist) Jeff Barry, Michael Hazelwood, de man die ‘The Air That I Breathe’ schreef en ‘It Never Rains In Southern California’, speelde akoestische gitaar…

Barry Mann was er, Leon Russell, Dr. John….”

Een van de vele aanwezigen is Booker T and the MG’s guitarist Steve Cropper: ”Ik kwam binnen en zag al die andere gitaristen. Ik dacht: wat kom ik hier doen? Ik had nog nooit zoveel gitaristen bij elkaar gezien tijdens één sessie. Het was letterlijk een muur van geluid.”

Nog meer namen: Jesse Ed Davis, Jose Feliciano, Jim Gordon, Nicky Hopkins, Jim Horn, Bobby Keys, Dan Phillips, David Scott, Nine Tempo, Larry Carlton, David Cohen en Klaus Voorman.

Bovendien houdt Spectors manier van werken in dat iedereen constant beschikbaar moet zijn. Erg kostelijk, vooral als niemand iets om handen heeft. Want zelf komt hij drie uur te laat opdagen. “[Spector] was erg onvoorspelbaar, “ weet May. “John had … nooit problemen [met hem] gehad. Maar nu was hij veel te laat en daar hield John niet van. Het bleek al snel dat het elke keer van dat was. En wanneer hij dan arriveerde was hij verkleed.”

“Iedere nacht droeg hij een ander kostuum,” bevestigt Jim Keltner. “Nu eens als een chirurg en dan weer als een karate expert… Hij had ook naamkaartjes en versieringen voor iedereen. Hij wou er iets plezants van maken.”

En daar hoort drank bij – veel drank. “Phil dronk een fles sterke drank,” volgens Pang. “Hij gaf de toon aan. En iedereen ging uit de bol.” John had hem de leiding gegeven en had geen greep meer op wat er gebeurde. “Hoewel ik hem nooit eerder had zien drinken tijdens het werk, maakte John nu ook iedere avond een fles Courvoisier soldaat.”

De feestvreugde wordt nog vergroot door de vele bezoekers die langs komen om John Lennon aan het werk te zien: Jack Nicholson, Joni Mitchell, Warren Beaty, Mick Jagger, David Geffen, Cher… “Ik moest buiten gaan zitten want het werd een circus daarbinnen,” zucht May.

Toch slagen ze er in om, tijdens elke sessie, één nummer op band te krijgen. De eerste nacht is dat:‘Bony Moronie’ (een hit van Larry Williams uit 1957) en de tweede ‘Angel Baby’ (een obscure doo-wop song van Rosie and the Originals uit 1960).

Een van de bezoekers tijdens de derde avond is de zanger Harry Nilsson. Maar wanneer die arriveert kan hij de ex-Beatle nergens vinden dus al dat volk. Hij gaat meteen op zoek en treft hem uiteindelijk aan in een ander studio…. vastgebonden op een stoel. John was agressief geworden van de drank en Spector had hem met een paar stropdassen laten vastbinden.

“Die man is gevaarlijk,” gaf Spector als uitleg aan Pang, “hou hem op afstand. Trouwens,” zo voegde hij er nog aan toe: “was het geen fantastische sessie?”

Wanneer Lennon gedronken heeft wordt hij wel vaker agressief. Dat is ook het geval op de verjaardag van May Pang: 24 oktober. Die avond gaan ze uit eten, in het gezelschap van Elton John. Toevallig ontmoeten ze daar ook het dan erg populaire tieneridool David Cassidy. Het wordt heel gezellig en het feest wordt achteraf verder gezet in de studio. De sessie voor de Chuck Berry song ‘Sweet Little Sixteen’ loopt tot halfvier in de ochtend.

Maar na afloop is John niet te genieten. Hij is opnieuw stomdronken en eens terug in het huis van Lou Adler, begint hij May uit te schelden. Hij meent dat ze zou hebben geflirt met Cassidy. Hij trapt haar bril kapot, trekt een kroonluchter van het plafond en gooit Adlers gouden platen uit het raam. Daarna belt hij naar Yoko om haar te vertellen dat May hem bedriegt en dat hij terugkomt naar New York. Doodsbang boekt May meteen een vlucht en ze vertrekken zo snel mogelijk.

Wanneer ze in New York landen is John terug nuchter genoeg om zich te realiseren waar hij mee bezig is. Hij biedt May zijn verontschuldigingen aan en vraagt haar met hem terug te keren naar Los Angeles.

Daar arriveren ze net op tijd voor de volgende sessie.

Na de zevende sessie op zondag 28 oktober wordt er even een pauze ingelast.

Er volgen enkele ontspannen weken voor John en May. Phil komt af en toe langs en John componeert nummers voor een nieuwe LP.

Na een onderbreking van een maand worden de opnamen op 28 november hernomen.

Het gaat er nog steeds even wild aan toe. Zo erg zelfs dat hen de verdere toegang tot de studio worden ontzegd. “Eén of andere dronken idioot had een fles sterke drank over het mengpaneel gegoten,” verklaart May Pang. “John was er kapot van. Zoiets doe je niet.”
“Het was een beetje uit de hand gelopen,“ meent zelfs Phil Spector: “Het was dan ook voor ons allebei de eerste vakantie die we hadden sinds we onze carrières waren begonnen. We vierden feest en nodigden teveel volk uit. (…) Dat was niet gezond en het was niet goed. Zo wou ik niet meer werken en John ook niet.”

Omdat ze niet langer welkom zijn in de A & M studio’s wordt uitgekeken naar een andere locatie. Die vinden ze in de Record Plant West, waar op 3 december terug verzameld wordt. Een van de bezoekers die avond is Stevie Wonder. Wanneer die al te lang met een van de geluidstechnici staat te praten, bedreigt Phil Spector hem met twee revolvers. Hij meende dat de zanger de man wou inpikken voor zijn eigen sessies.

Tijdens de volgende sessie, op 11 december, zou er opnieuw een ernstig incident hebben plaatsgevonden. In haar boek Loving John, beschrijft May Pang wat er is gebeurd: “[Beatlesassistent] Mal [Evans] was er bij en ook Phils moeder [Bertha]. We waren naar de resultaten van die avond aan het luisteren toen we een schot hoorden. Iedereen ging op de grond liggen, maar ik rende naar buiten om te zien wat er aan de hand was. Phil had een revolver vast en Mal Evans pakte die van hem af. Mensen waren aan het schreeuwen.

John stond daar met zijn vingers in zijn oren en riep: ‘’Phil, als je me wil neerschieten, doe dat dan, maar maak mijn oren niet kapot. Die heb ik nodig.’”

Hoewel vertegenwoordigers van Record Plant West steeds zijn blijven ontkennen dat er effectief is geschoten, wordt het verhaal bevestigd door drummer Jim Keltner.

Pang verklaartw at er is gebeurd: “Phil had Mal een paar keer op zijn neus geslagen. Mal had hem gezegd daar mee op te houden, maar Phil had geroepen dat niemand hem orders te geven had. Toen hij naar zijn revolver greep was die per ongeluk afgegaan.

John en ik hadden altijd gedacht dat er geen kogels in zaten, maar de volgende dag kwam Mal langs en zei: ‘Hier is de kogel van gisteren’.”

 

De grote verdwijntruc

De volgende sessie komt Spector niet opdagen. Nu had hij eerder ook al eens een sessie afgeblazen met de mededeling dat de studio afgebrand was. Een telefoontje van John aan Record Plant had uitgewezen dat er niks aan de hand was.

Maar die avond blijven ze vergeefs wachten. Erger nog: ook de volgende dagen is hij nergens meer te bereiken.

Noodgedwongen vallen de opnamen stil.

Pas na een week hoort John iets van de excentrieke producer. In een kort telefoontje meldt Spector hem dat hij de mastertapes van de sessies heeft. Het blijkt dat hij de kosten voor de opnamen zelf heeft betaald en daarom de banden iedere avond mee naar huis mocht nemen.

En hij is niet van plan ze terug te bezorgen.

Daarna lijkt het opnieuw of Spector in rook is opgegaan. Wekenlang ontbreekt elk teken van leven

Pas in april laat zijn secretaresse een mededeling verspreiden: Phil zou rond 10 februari een zwaar ongeval hebben gehad met zijn auto, in de buurt van Phoenix.

Op 31 maart zou hij dan een tweede ongeval hebben gehad, dit keer in Los Angeles. Spector zelf verklaart later dat hij daarbij door de voorruit van zijn wagen werd gekatapulteerd. 72 uur lang zweefde hij tussen leven en dood. Daarna was er ingrijpende plastische chirurgie  nodig om hem terug toonbaar te maken. Nog steeds volgens zijn eigen verklaringen waren er 380 hechtingen nodig in zijn gezicht plus 480 aan de achterkant van zijn hoofd, zijn neus moest terug worden aangenaaid en zijn haar was op slag wit geworden. 

In ieder geval kon hij het ziekenhuis pas op 8 juli verlaten. De eerste keer dat hij terug in het openbaar verscheen was op in de rechtszaal van Santa Monica. Daar probeerde hij zijn ex-vrouw, Veronica Bennett (Ronnie Spector van The Ronettes) te beletten om de jongste van hun drie geadopteerde kinderen te mogen zien. De scheiding was eerder dat jaar uitgesproken en Spector had het hoederecht verkregen. Ook van de identieke tweeling die hij haar eerder voor Kerstmis had cadeau gedaan.

Zij krijgt wel alimentatie. Al heeft hij een vrachtwagen nodig om die te laten afleveren: in stukjes van één cent. Wanneer een rechter daar een einde aan maakt laat hij cheques drukken met op de achterzijde een boodschap: “Fuck Off”.

 

Poesjes

Omdat John de banden nodig heeft om zijn verplichtingen tegenover Morris Levy te vervullen, laat hij Capitol Records een proces aanspannen tegen Phil Spector. Hij hoopt, via gerechtelijke weg, de banden terug op te kunnen eisen.

Met niets meer om handen stort John zich in het nachtleven. Zonder vaste stekt hij met zijn vriendin van de ene tijdelijke verblijfplaats naar de andere: New York, Las Vegas, Los Angeles… Nergens blijven ze lang en overal wordt er hard gefeest. Regelmatig staan er foto’s in de kranten van een stomdronken Lennon die uit een of andere nightclub wordt gezet omdat hij er zich weer eens misdragen heeft.

In maart besluit John om met drinkebroer Harry Nilsson een LP te gaan maken: Pussycats. Maar de sessies lopen opnieuw in het honderd. Het dramatische dieptepunt is wanneer Harry bloed begint op te hoesten: een gescheurde stemband. Het zware leven heeft zijn tol geëist.

Het is een keerpunt voor John. Hij ziet in dat er snel iets moet gebeuren. Om te ontnuchteren sluit hij zich een aantal dagen op in zijn slaapkamer. Wanneer hij terugkeert is hij helemaal veranderd: hij is rustiger en gebruikt geen drank en drugs meer. Hij begint terug fatsoenlijk te eten en zoekt contact met zijn familieleden in Liverpool. Uren hangt hij aan de telefoon met zijn tantes en zijn zussen Julia en Jacqui.

Hij vat de afgelopen weken mooi samen in een nieuw nummer: ‘Nobody Loves You (When You’re Down And Out)’. Hij wil weer een eigen lp opnemen.

Begin juli is hij er helemaal klaar voor. Deze keer houdt hij alles strak in de hand. Hij heeft zelf de muzikanten uitgekozen, de studio geboekt en staat er op om uitgebreid te repeteren.

de hoes van Walls and Bridges

de hoes van Walls and Bridges

Levy is niet blij

Op 26 september 1974 verschijnt Walls And Bridges. Op de hoes staan stroken van drie tekeningen die John als kind heeft gemaakt. Hij had ze speciaal uit Liverpool laten overvliegen, met de bedoeling ze te gebruiken voor de hoes van de oldies plaat.  

Met de plaat zelf is er echter een probleem: volgens de overeenkomst met Big Seven Music, hadden er drie songs op de plaat moeten staan, waarvan de auteursrechten beheert worden door die muziekuitgeverij. In een zwakke poging om hen tevreden te stellen heeft John een cover van één van hun songs als afsluiter geplaatst: ‘Ya Ya’. Of liever een stukje van een jam, met zijn zoontje Julian als drummer.

Morris Levy is er de man niet naar om zich zo gemakkelijk te laten afschepen. Al op 30 september belt hij Lennon’s advocaat, Harold Seider, op en dringt aan op een ontmoeting met John.

Tijdens een lunch in de New Yorkse Club Cavallero, op 8 oktober, legt John aan Morris Levy en Phil Kahl van Big Seven uit wat er gebeurd is met de Spector opnamen. Dat hij inderdaad drie nummers van Big Seven heeft opgenomen, voor wat hij dacht dat zijn volgende lp zou worden. Hij vreest echter dat het publiek inmiddels de interesse heeft verloren in de nostalgierage die in 1973 heerste na het uitbrengen van de film American Graffiti.

 

Fase 2 van de Rock ’n’ Roll opnamen

Vlak voor de opnamen van Walls and Bridges was er iemand tien dozen komen brengen: de tapes die Phil Spector zo lang had achtergehouden. De platenmaatschappij A&M had de banden kunnen overnemen van de producer, voor $90,000. John was echter helemaal gefocust op zijn nieuwe LP en liet de dozen voorlopig onaangeroerd.

Wanneer de zanger de banden eindelijk beluisterde schrokt hij van wat hij hoorde. ”Ik zag hem voortdurend gezichten trekken,’” verteld May Pang: “Hij vond het vreselijk. Te pijnlijk om te beluisteren. Hij maakte een gebaar met zijn hand en riep: ‘volgende’.

Het was één zatte boel, maar bovendien had Spector de 24 sporen voortdurend allemaal open gelaten. Niets had enige helderheid. Alles liep in elkaar over: gitaren op de pianosporen, elektrische en akoestische gitaren allemaal door elkaar…”

Na veel zoeken houdt John vier nummers over die geschikt zijn om te worden uitgebracht. Wanneer John de opnamen aan Levy laat horen begrijpt die dat er  onvoldoende materiaal beschikbaar is. Even wordt met het idee gespeeld om een EP (een single met vier nummers) te maken, maar dat formaat wordt in Amerika al lang niet meer verkocht. En voor twee singles zijn de nummers niet sterk genoeg.

Er wordt overeengekomen dat Lennon bijkomende opnamen zal maken.

Levy nodigt John meteen uit om met de sessiemuzikanten van de opnamen van Walls And Bridges te komen repeteren, in zijn buitenverblijf bij Ghent, New York.

Op vrijdag 18 oktober komt Levy persoonlijk John en May oppikken om hen naar zijn farm in Sunnyview te brengen. Een select groepje uitstekende muzikanten wordt per limo aangevoerd: gitaristen Jesse Ed Davis en Eddie Mottau, pianist Kenny Ascher, bassist Klaus Voormann en drummer Jim Keltner. In een ontspannen sfeer wordt er gerepeteerd. Levy maakt opnamen van de repetities.

De volgende maandag kunnen de opnamen worden hervat. Deze keer wordt er gewerkt in de Record Plant East, New York. Dat de sfeer nu veel beter is, bevestigt Jim Keltner: “Het was fantastisch. John dronk niet meer – hij had alles onder controle nu en dat maakte een enorm verschil.”

Ze nemen twee nummers per dag op, alles zo veel mogelijk live. John staat er op zo min mogelijk af te wijken van de oorspronkelijke arrangementen.

Aan het einde van de week zijn de opnamen achter de rug. Het laatste werk was het inzingen van ‘Just Because’, waarvan de backing al in Los Angeles was opgenomen.

Op vijf dagen hebben ze elf covers op band gezet. Tussendoor is er ook één nieuwe compositie van John aan bod gekomen: ‘Move Over Ms. L’ – een boodschap aan Yoko.

 

Een misverstand?

John heeft echter zo zijn twijfels over het uitbrengen van de oldies lp. De opnamen uit Los Angeles zijn niet denderend en voor die uit New York heeft hij niet genoeg tijd uitgetrokken. Bovendien vindt hij het idee voorbijgestreefd.

Hij heeft dan ook geen haast om de banden af te mixen. 

Maar Levy begint ongeduldig te worden en vraagt John om de opnamen eens te kunnen horen. Ze spreken af om mekaar die avond in de Club Cavallero te ontmoeten.

Tijdens het etentje overhandigt John twee dozen met een kopie van de ongemixte stereo dubs van de vijftien oldies songs. “Dat gebeurde in het volste vertrouwen, “weet May Pang, “Het was alleen bedoeld om naar te luisteren. Het was niet de standaard kwaliteit van een plaat.”

Dat weekend begint hij dan toch aan het mixen. “Het voornaamste probleem daarbij was het enorme verschil tussen beide groepen opnamen,” vertelde John achteraf: “De Spector sound tegenover mijn eigen geluid – van achtentwintig muzikanten naar acht. Maar ze passen prima bij elkaar, vind ik.”

Tijdens het gesprek begin oktober had Levy het terloops over Adam VIII ltd., een mail-oder label dat hij heeft opgericht om via TV platen te verkopen. Het idee sprak John wel aan, maar hij had er op gewezen dat in zijn geval EMI en Capitol hun rechten zouden doen gelden.

Later beweert Levy dat John hem toen mondeling toelating heeft gegeven om het afgewerkte “oldies” album via TV te verkopen op zijn Adam VIII. Dat wordt door May Pang formeel ontkend.

 

Twee platen tegelijk

Pas maanden later komt Capitol toevallig te weten dat Levy zijn plannen doorgezet heeft om de plaat van hun artiest in eigen beheer te gaan verkopen.

Tijdens een spoedvergadering wordt besproken dat een rechtszaak lang kan duren en veel geld zal kosten. Capitol beslist om Johns plaat vervroegd uit te brengen. Er is geen tijd voor uitgebreide hoesnota’s of een bewerkelijke hoes. Een foto van Jurgen Vollmer uit 1961, waarop John staat in zijn Hamburgperiode kan uitkomst bieden. De drie schimmen die voorbijlopen zijn overigens de andere Beatles.

Maar Capitol wordt in snelheid gepakt. Op zaterdag 8 februari 1975 verschijnen de eerste spotjes op de Amerikaanse televisie. Adam VIII biedt JOHN LENNON SINGS THE GREAT ROCK ‘N’ ROLL HITS (ROOTS) te koop wordt aan. De vraagprijs is $4.98, twee dollar onder de gangbare $6.98.

Op aanraden van zijn advocaten reageert John onmiddellijk met een telegram naar Levy: “Het gebruik van mijn muziek, mijn naam en beeltenis op de plaat genaamd Roots… zijn ontoelaatbaar. John Lennon.”

Capitol Records zelf spant een proces aan tegen Morris Levy om hem te dwingen de plaat terug te trekken.

Op 17 februari 1975 brengt Capitol Records vervroegd een paar duizend LP’s en eight-track tapes van ROCK ‘N’ ROLL op de markt. De winkelprijs is één dollar meer dan wat Adam VIII vraagt.

De tracklist wijkt lichtjes af van die van Adam VIII. Door ‘Angel Baby’, één van de drie Big Seven Music songs weg te laten, verbreekt John openlijk de afgesproken regeling.

 

En ook twee rechtszaken

Het hele verhaal eindigt zoals het ook is begonnen: met rechtszaken.

Morris Levy spant, op 25 februari, via zijn maatschappijen Big Seven Music Corp (eigenaar van de copyrights) en Adam VIII (platenmaatschappij) een proces in tegen John Lennon wegens het verbreken van een mondelinge overeenkomst. Hij stelt dat deze overeenkomst bedoeld was om de ‘Come Together’ regeling te vervangen en dat Lennon deze overeenkomst verbrak door hem niet toe te laten het contract ten uitvoer te brengen. Dat de andere verdedigers (Capitol Records, EMI Records en Lennons advocaat) samenspanden om hem te dwarsbomen en dat hij financieel verlies leed door de contractbreuk. Hij eist daarom een schadevergoeding van $42 miljoen. Hij maakt geen enkele melding dat John de oorspronkelijke overeenkomst niet is nagekomen.

John Lennon, Capitol Records en EMI Records reageren met een tegeneis. Wegens ongeoorloofd gebruik van Johns opnamen, naam en afbeelding eisen ze een schadevergoeding omdat ze minder exemplaren van hun LP kunnen verkopen door Roots en door de verminderde verkoopprijs. John Lennon zelf vraagt ook een schadevergoeding omdat zijn reputatie werd geschaad door de “shoddiness” van de verpakking van Roots.

De rechtszaak wordt vrij vlug afgehandeld. Op 13 juli 1976 beslist de rechter in het voordeel van John Lennon en Capitol Records. Morris Levy moet $144.700 in verloren royalties betalen, plus een regeling aan John voor de schade aan zijn reputatie.

Levy gaat nog in beroep, maar ook dan wordt hij weer in het ongelijk gesteld.

Voor Spector waren de gouden jaren voorbij: hij zou nooit meer een fatsoenlijke plaat maken. John Lennon zou wel nog één keer een plaat opnemen. 

 

Een mooi plan

 

Op 30 januari 2009 is het precies veertig jaar geleden dat The Beatles voor het laatst samen live speelden. John, Paul, George en Ringo stonden bij die gelegenheid niet op een podium, maar op het dak van hun kantoor in noord Londen. Onaangekondigd en zelfs onzichtbaar voor het publiek spelen ze er 42 minuten lang in de vrieskou.

 

Hoe is dat zo gekomen?

 

Begin november 1968 kondigde de platenmaatschappij van de groep aan dat The Beatles drie avonden zullen gaan  optreden in de Roundhouse in Londen, ten voordele van een goed doel. Het eerste concert was gepland voor 15 of 16 december 1969.

Ook andere Apple-artiesten zoals Mary Hopkins en Jackie Lomax stonden op het programma. Het geheel zou worden gefilmd voor een TV-show. Het was de bedoeling vooral nummers te spelen van de nog te verschijnen dubbel-LP The Beatles.

Verder was er ook sprake van een tiental gratis concerten in de Verenigde Staten, in de lente of zomer van het volgende jaar.

 

Het geheel was een idee van Paul McCartney. Die wou iets doen aan de spanningen en de slechte sfeer binnen de groep. Sinds de band in augustus 1966 was gestopt met optreden, was er van het hechte vriendenclubje van vroeger niet veel meer over.

 

Maar iedereen had het veel te druk met zijn eigen bekommernissen en uiteindelijk gingen de geplande concerten niet door. Bijzonder jammer voor de fanclubleden die al tickets hadden ontvangen.
 
 
 
 

 

In december kwam het concert opnieuw in de pers. Als locatie werden zowel de Londense Roundhouse als de Cavern in Liverpool naar voor geschoven. Ook de datum lag nog niet helemaal vast – 18 januari 1969 werd genoemd – maar in ieder geval voor het einde van de winter, zo werd meegedeeld.

 

Opnieuw was het de bedoeling om het concert te filmen. Nieuw was wel dat men nu ook de voorbereidingen wou vastleggen op film. Paul had een documentaire gezien over Pablo Picasso, waarbij de schilder werd getoond terwijl hij aan het werk was. Het leek hem heel interessant, om eens te tonen hoe een song tot stand komt. “Het plan was dat je The Beatles ziet repeteren, jammen, dingen bedenken, de show op poten zetten en uiteindelijk spelen we dan ergens een groot concert,” lichte McCartney toe. “Er kunnen dan twee uitzendingen komen: eerst de repetities, The Beatles At Work en de volgende dag het concert.”

 

Daarom was het belangrijk dat er nieuwe songs werden gespeeld. En waarom dan niet uitsluitend nieuwe nummers brengen? Daar stond producer George Martin helemaal achter: “Ik vond het een goed idee. Ze zeiden: ‘Laat ons eerst wat repeteren, de boel op punt zetten, het live opnemen en dat dan uitbrengen. Dat was nog nooit eerder gedaan: een live-plaat met uitsluitend nieuw materiaal.”

“Het motto is “Get Back”: terug simpele rock spelen, zonder technische snufjes”, lichtte Paul toe.

 

Hoewel ze net dertig songs hadden opgenomen voor The Beatles, liet Apple perschef Derek Taylor weten dat zoiets geen probleem mag zijn: “Ze hebben geen gebrek aan nieuw materiaal. Ze schrijven voortdurend. Het is eerder een kwestie van het juiste materiaal uitkiezen voor de show.”
 
 
 
 

 

 

Twickenham Film Studios

 

In afwachting van het uitpikken van de juiste locatie werd overeengekomen om alvast te beginnen met de repetities.

 

De geopperde datum van 18 januari was vooral gekozen in functie van Ringo. Die had zich geëngageerd om te gaan acteren in een film: Magic Christian. Het was de bedoeling dat de opnames zouden beginnen vanaf de vierde week van januari. Er zou worden gedraaid in filmstudios in Twickenham, waar ook de binnenopnamen van zowel de Beatlesfilms A Hard Day’s Night als Help! zijn gedraaid. Maar eind december kwam het bericht dat de opnamen drie weken werden achteruit geschoven.

 

De studio kwam daardoor vrij. Wanneer The Beatles daar zouden gaan repeteren waren meteen alle faciliteiten voorhanden om de repetities te filmen.

 

Regisseur Michael Lindsay-Hogg, die de clips voor ‘Hey Jude’ en ‘Revolution’ heeft gedraaid, was aangezocht om de beeldopnamen in goede banen te leidden. De jonge geluidstechnicus Glyn Johns stond in voor het mixen van de klank.

George Martin zou enkel het concert zelf opnemen. “George [Martin] belde af en toe,” herinnert Glyn zich, “maar verder moest ik zelf mijn plan trekken. De band gebruikte mij als producer. Ik voelde mij daar wel ongemakkelijk bij, want George Martin was toch hun echte producer.”

 

 

De “Winter of discontent”

 

De repetities gingen van start op donderdag 2 januari. Omwille van de vakbondsvoorschriften van de filmploeg kon er uitsluitend overdag worden gewerkt. De sessies begonnen elke werkdag tussen 11 en 13 uur en liepen tot de late namiddag.

 

Vooral George Harrison had een massa nieuwe nummers geschreven die hij graag wou opnemen.  Hij was net terug uit de Verenigde Staten waar hij prettig had gemusiceerd met Bob Dylan. Hij wou de “winter of discontent”, zoals hij de opnamen van de Witte Dubbel omschreef, zo snel mogelijk achter zich laten. “Ik herinner me dat ik nogal optimistisch was,” vertelt hij later. “Ik dacht: een nieuw jaar  – een nieuw aanpak.”
 
 
 
 

 

Trotst arriveerde hij dan ook in de hal met een bundeltje teksten en een splinternieuwe gitaar: een pastelgroene Rosewood Telecaster. Het instrument was een geschenk van de firma Fender en volledig met de hand gemaakt. Er bestaan maar twee exemplaren van dit prototype: één voor George en één voor Jimi Hendrix. Maar die van Hendrix is nooit afgegeven aan de gitarist – die overleed voor de gitaar klaar was.

 

Ringo had een nieuw drumstel: een bruine Ludwig Hollywood set en Paul had zijn Rickenbacker 4001S laten zandstralen. Het psychedelische tijdperk was definitief afgesloten.

 

En John…. Bracht Yoko weer mee. En dat begon de anderen al snel op de zenuwen te werken. Vooral omdat John erg passief was en Yoko het woord voor hem liet voeren. “Ik gaf nergens om toen. Ik was stoned van de H (heroine).”

 

Ook het vroege uur, de voortdurende aanwezigheid van de camera’s en de grote, lege hal waren geen ideale omstandigheden om creatief bezig te zijn. De repetities verliepen dan ook moeizaam en de sfeer was dikwijls zoek. Bovendien waren de vier nog niet terug opgeladen na de marathonopnamen van de dubbele witte LP. Urenlang werd er doelloos gejamd, waarbij dikwijls werd terug gegrepen naar het oude repertoire van rock ‘n’ rollstandaards en eigen nummers uit de beginperiode ‘One After 909’, ‘Too Bad About Sorrows’ en ‘I Lost My Little Girl’.

 

 

Met het naderen van de vooropgestelde datum voor het optreden in het vooruitzicht, brak  Paul na een paar dagen het koud zweet uit. Hij begon hem duidelijk te worden dat  als ze niet snel beter gingen spelen het faliekant zou gaan aflopen. Daarom begon hij dan ook de repetities te leiden, hetgeen George op stang joeg.

 

Zo ontstond er een discussie, tijdens het werken aan ‘Two Of Us’. Paul stelde vast dat er veel te veel tijd werd verknoeid met jammen en dat ze beter wat zouden werken aan fragmentjes en solo’s. George wierp op dat zoiets totaal nutteloos was, maar besluit gelaten: “Ik speel wat jij maar wilt dat ik speel en als je niet wilt dat ik speel, speel ik niet.”

Als compromis stelde Paul voor dat iedereen zijn eigen nummers zou regisseren en dat de anderen dan volgen.

 

En ondertussen bleven de camera’s voortdurend draaien, ook terwijl de muzikanten ruzie aan het maken waren.

 

 

Op zoek naar een locatie

 

Tijdens de lange pauzes tussen de repetities werden regelmatig de wildste ideeën opgeworpen over een mogelijke locatie voor het concert. Iemand stelde voor op te treden in een verlaten molen bij de Thames. Een ander kwam met het voorstel om een exotischer omgeving op te zoeken: een Romeins amfitheater of ergens in de woestijn. Stel je voor: The Beatles beginnen te spelen in de lege ruimte en dan komt het publiek binnendruppelen, alle rassen en naties door elkaar.

Michael Lindsay-Hogg suggereerde een cruiseschip op weg naar Noord Afrika. John en Paul waren daar wel voor te vinden, maar zowel George als Ringo verklaarden absoluut tegen te zijn. Desondanks werd alvast een driedaagse trip naar Afrika besproken.

 

 

En toen waren ze nog met drie

 

Het aanvankelijke optimisme van George Harrison was al snel omgeslagen in ergernis. Alles en iedereen scheen hem op stang te willen jagen. De vreemde omgeving, het vroege uur, voortdurende aanwezigheid van al dat volk… Paul natuurlijk, met zijn voortdurende bemoeienissen. Yoko die over alles haar mening meende te moeten ventileren en John die zich zo passief opstelde.

 

Het ergerde hem vooral dat zijn nieuwe nummers volkomen werden genegeerd. Op dinsdag 7 januari melde hij dat hij niet wou dat één van zijn nummers live zou worden gespeeld, wanneer zij niet serieus werden genomen. De gemoederen raakten verhit en Paul vertelde dat hij er over dacht naar huis te gaan wanneer de negatieve sfeer bleef voortduren. George daagde hem daarop uit de groep te laten splitten en John grapte dat hij dan de voogdij wou over de kinderen (de liedjes).  

 

Wanneer George de volgende toch nog eens een nieuwe song voorstelde was het weer prijs. John meende dat de ideale begeleiding voor ‘I Me Mine’ zou bestaan uit een accordeon en doedelzakken. Om zijn bewering te illustreren pakte hij Yoko bij de arm en walste door de zaal. 

 

Ook de dag daarna hadden George en John een hevige ruzie, waarbij John hem verweet dat zijn songs niets voorstellen.

 

Op vrijdag 10 januari barste de bom.

 

Tijdens de middagpauze beet George John toe dat hij niets bijdroeg aan de sessies en totaal niet geïnteresseerd was. Wanneer Yoko opmerkte dat George zelf te veel nieuwe nummers had was de maat vol. De “stille Beatle” had meer dan genoeg van Johns passiviteit. Hij beruste nu al jaren in zijn positie als nummer drie in de band. Maar nu John ook nog eens Yoko voor hem het woord liet voeren, zag hij zichzelf naar de vierde plaats verbannen.

Woedend gooide George zijn bord naar John, die reageerde met een rake klap in zijn gezicht.

 

George droop verslagen af en kwam na de lunch enkel terug om te zeggen dat hij uit de band stapte. Ze kunnen, wat hem betreft, een advertentie plaatsen om een vervanger te zoeken. “Ik zie jullie wel in de clubs!”

 

“Ik had er genoeg van,” verklaarde George later: “Ik vond het niet plezierig meer. Ik was ongelukkig in de band. Het hoeft voor mij niet meer, bedankt: ik ben weg.”

 

 

Schijnbaar onaangedaan door het vertrek van hun vriend hernamen John en Paul de repetities. John opende met een fragment van ‘A Quick One While He’s Away’ van The Who, waarna ze een lange jam inzetten, die Michael Lindsay-Hogg omschreef als “Vreemd, woest, brutaal en passioneel.” De enige “zang” kwam van Yoko, die op de vaste plaats van George was gaan zitten en af en toe een ijzingwekkende kreet slaakte.  

 

Na de ontlading kwam het gesprek weer op het optreden. Paul stelde de krater van een vulkaan voor.  Wanneer de regisseur, verbaasd over zoveel onverschilligheid, vroeg wat ze gingen doen als George niet zou terugkeren, antwoordde John: “Als hij dinsdag niet terug is, vragen we Eric Clapton. Gaan we verder als hij wegblijft? Ik wel. We zoeken wel iemand anders … We doen gewoon door alsof er niets is gebeurd.”

 

 

In een poging om de zaak uit te praten belegde Ringo dat weekend een vergadering bij hem thuis. George kwam luisteren wat ze te vertellen hadden. Maar wanneer John opnieuw zwijgend toekeek en Yoko begon: ‘Ik vind dat the Beatles….” stapte George het terug af.

 

Twee dagen lang repeteerden de overgebleven drie Beatles, nog doellozer dan tevoren. Tegenover Ringo legde Paul de schuld helemaal bij Yoko, maar verklaarde John dat niet te durven aanwrijven uit angst dat die gewoon uit de groep zou stappen. En dat kan niet want “hoe belachelijk zou het zijn,  wanneer in alle boeken komt te staan dat we uiteen gegaan zijn, alleen maar omdat John er op stond zijn lief mee te  brengen naar de sessies.”

 

Op woensdag 15 januari vond er een vijf uur durende vergadering plaats waarbij George zijn eisen duidelijk stelde: geen TV-show meer of hij verliet de groep definitief. Hij was wel bereid om in plaats daarvan verder te werken aan de opname van een  LP, maar dan enkel in hun eigen studio. Er werd overeengekomen de 20ste te beginnen.

Het concept van de TV-documentaire werd vervangen door dat van een speelfilm Get Back.

 

 

Apple Studio

 

In de kelder van het Apple hoofdkwartier aan 3 Saville Row werd er al maanden gewerkt aan de bouw van een eigen studio voor The Beatles. Alexis Mardas, de Griekse uitvinder en vriend van John, had de leiding over de inrichting. Hij heeft de studio uitgerust met zelfontworpen 72-sporen apparatuur (8-sporen was toen de standaard) en zelfs onzichtbare wanden.

Jammer genoeg blijkt niets te werken.

George Peckham, een van de geluidstechnici van Apple licht toe: “In principe had Alex goed ideeën, maar het ging niet. Tegen een muur had hij grote plaatstalen panelen geplaatst, die van binnen helemaal opgevuld waren met een soort spons. Dat zorgde voor reflectie en absorptie, zoals de moderne studio’s ook zijn gebouwd. Maar hij had de vloer niet zwevend laten maken, waardoor de trillingen overal werden doorgegeven. De open haard was ook nog open gelaten waardoor het geluid doorgegeven werd …”

“De opnamestudio van Alex in Apple was de grootste ramp aller tijden,” meent George Harrison. “Hij liep daar rond in een witte stofjas, als een soort chemicus, maar hij wist niet waar hij bezig was.”

 

Geconfronteerd met een studio die niet werkte riepen The Beatles George Martin ter hulp. Die huurde in allerijl 4-sporen apparatuur van EMI en liet alles overbrengen naar de Apple-studio.

 
 
 
 

 

Een vijfde Beatle

 

Toen de opnamen op woensdag 22 januari echt konden beginnen had George een gast meegebracht. Billy Preston was toetsenist bij de band van Ray Charles. The Beatles kenden hem nog uit de tijd dat hij bij Little Richard speelde, in Hamburg. George was te weten gekomen dat hij in Londen was de opnamen van een TV-special van Ray Charles voor de BBC.

 

“Het is interessant om te zien hoe mensen zich vriendelijk gedragen wanneer je een gast meebrengt, ” verklaart George Harrison. “Niemand wil laten zien dat ze kattig zijn. Hij zette zich aan de elektrische piano en meteen was de sfeer 100% beter. Billy wist niks van wat er allemaal aan de hand was en de spelletjes die er werden gespeeld. In zijn onschuld paste hij zich in en gaf de band de nodige kick”

 

Glyn Johns getuigt over de ommekeer: “Ze waren opeens uitgelaten. Ik denk dat ze het zelf niet eens doorhadden. Ik was totaal verrast door wat er gebeurde, zeker nadat ik van zo dichtbij getuige was geweest van de paranoia en de onmacht die er had geheerst de vorige weken.”

“Als je met iets goeds bezig bent, is er geen tijd voor gezever,” concludeert Ringo.

 

De volgende dagen werd in een ontspannen sfeer, het ene na het andere nummer uitgewerkt en opgenomen. De zaken verliepen zo goed dat John zelfs voorstelde om Billy permanent lid van de groep te maken. Waarop Paul droogjes opmerkte: “We hebben al last genoeg met vier!”

 

Aan het einde van de week greep Michael Lindsay-Hogg in. Hij wees er op dat de opnamen nog maanden zouden kunnen aanslepen en dat Ringo binnen een week weg moest om te gaan acteren. Er moest dringend een locatie worden gevonden om een concert te geven, waarmee de film kan worden afgesloten.

Wanneer de muzikanten even een luchtje gaan scheppen op het dak, kwam John met voorstel om daar te gaan spelen. George twijfelde en Ringo was ronduit tegen.

 

Terwijl ingenieurs de zaak controleerden en de technische aspecten uitwerkten gingen de volgende week de opnamen gewoon verder. 

 

 

Het dak op

 

 

Op de middag van donderdag 30 januari was het zo ver: zes verdiepingen boven de hoofden van de toevallige voorbijgangers begonnen John, Paul, George, Ringo en Billy aan het allerlaatste publieke optreden van The Beatles.

 

Dag en nacht is gewerkt aan de opbouw van een podium, het leggen van kabels, de huur van een helicopter…  Alan Parsons was toen nog een jonge geluidstechnicus: “Die ochtend meende Glyn Johns dat we weleens problemen konden krijgen met de wind in de microfoons. Hij stuurde mij er op uit op wat kousen of panty’s te gaan kopen. Daar stond ik dan, in de plaatselijke lingeriewinkel: ‘Ik had graag wat dameskousen.’ De juffrouw zei: “Natuurlijk, meneer. Welke maat?’ En ik weer: ‘Dat doet er niet toe.’ Volgens mij dacht ze dat ik er een bank mee ging overvallen of zo.”

 

“We waren wel wat ongewone dingen gewend,” blikt Jean Nisbet, een van de Apple bedienden terug: “Maar toen ze begonnen te spelen boven mijn hoofd en het plafond begon te trillen, dacht ik dat het tijd werd om iets te gaan doen. Ik haastte mij de deur uit en de straat op. Overal hingen er meisjes uit de ramen van de omliggende kantoren. Honderden voorbijgangers stonden verbaasd naar het dak te staren… Het verkeer was stil gevallen.

Iedereen reageerde heel positief, op een paar buren na, die zo al niet gekken waren op de aanwezigheid van Apple in hun straat.”

 

John Hewlett, toen bassist bij John’s Children en later manager van The Sparks was getuige van het getuige: “The Beatles waren fantastisch. Het was ongelofelijk. Ik had hen nooit van zo kort bij gezien. Ik had hen een paar keer in de studio aan het werk gezien, maar ik had hen nooit een hele song horen doen. Het was onbeschrijfelijk.

Zij genoten er zelf ook van, vooral Lennon. Ik was het meest onder de indruk van Lennon en Ringo Starr… hij kreeg wel eens kritiek over zijn drumspel maar hij was geweldig en echt uniek. Ik kwam net terug van mijn middagpauze en hoorde al dat lawaai. We klommen het dak op en zaten daar gewoon naar hen te kijken.”

 

Producer Alan Parsons is nog steeds onder de indruk: “Om hen samen te zien spelen en de reacties van de mensen daarop… vijf camera’s van aan de andere kant van de straat… het was ongelofelijk..  pure magie.”

 

Het optreden is nooit bedoeld als een echt concert en de setlist bestaat dan ook uit slechts vijf songs. Die werden wel elk een aantal keren werden gespeeld, om een zo goed mogelijke versie vast te leggen voor de film.

 

‘I’ve Got A Feeling’

 

‘The One After 909’

 

‘I Dig A Pony’

 

‘Don’t Let Me Down’

John was de tekst van ‘Don’t Let Me Down’ vergeten en improviseerde wat tijdens de eerste versie. Voor de tweede is iemand snel de tekst gaan halen en houdt die voor hem op.

 

Na een kleine drie kwartier kwam de politie een einde maken aan de voorstelling. Enkele buurtbewoners hadden klacht ingediend. The Beatles zelf vinden het niet erg. Paul McCartney: “Onze roadie, Mal [Evans], kwam naar ons toe geslopen – hij probeerde uit beeld te blijven – en hij zei: ‘De politie komt. Jullie moeten ophouden.’ Wij riepen: ‘We stoppen niet! Door doen.’ En hij weer: ‘De politie gaat jullie arresteren.’ ‘Prima einde voor de film. Laat ze maar doen!’ Fantastisch, niet?”

 

‘Get Back’

 

Na afloop van het laatste nummer bedankt McCartney Ringo’s vrouw Maureen voor haar enthousiaste applaus: “Thanks, Mo!”. Lennon krijgt het laatste woord met zijn opmerking: “I’d like to say ‘thank you’ on behalf of the group and ourselves, and I hope we passed the audition!”

 

 

In totaal zijn 28 uur film en meer dan honderd uur geluidsopnamen gemaakt. De film en LP verschijnen na heel veel getouwtrek en geruzie uiteindelijk als Let It Be, in de lente van 1970. Maar The Beatles zelf bestaan dan al niet meer.

in de studio

in de studio

In de herfst van 1986 besloot George Harrison dat het tijd werd voor een comeback. Nadat zijn laatste plaat, Gone Troppo, uit 1982, door de critici was afgekraakt en door het publiek genegeerd, had de ex-Beatle even genoeg gehad van de muziekindustrie. Vijf jaar lang had hij zich nog zelden in het openbaar laten zien. Al die tijd had hij zich toegelegd op het onderhouden van zijn tuin en het uitbouwen van zijn filmmaatschappij Handmade Films.  

Om aansluiting vinden bij de geëvolueerde muziekscène zocht hij een geschikte medeproducer. Op aanraden van Dave Edmunds contacteerde hij de vroegere frontman van het Electric Light Orchestra. Jeff Lynne. was altijd al een Beatlesfreak geweest en ging dan ook graag op het verzoek in.

 

Vanaf begin januari tot einde maart 1987 werkten ze samen in George’s huisstudio in Friar Park, aan de opname van Cloud Nine.

 

In februari gingen ze samen naar een optreden van Dave Edmunds kijken in The Palace in Hollywood. Brian Setzer, de leider van de rockabilly groep Stray Cat speelde er mee tijdens de bisnummers. Achteraf gingen George en Jeff, Edmunds opzoeken in zijn kleedkamer. Daar troffen ze ook Bob Dylan, Tom Petty en Duane Eddy. De tequila en Corona vloeiden rijkelijk en al grappend meenden ze dat ze samen wel eens een fantastische band zouden kunnen vormen.

 

 castingcallphoto1

 

Van links naar rechts: Mike Campbell, Dave Edmunds, Brian Setzer, Jeff Lynne, George Harrison, Duane Eddy, Bob Dylan – foto Robert Matheu voor het Amerikaanse muziekblad Creem.

 

* * *

 

Omdat hij vreesde dat niemand hem nog zou kennen, dacht de gitarist er goed aan te doen zich wat meer in de openbaarheid te begeven. Zo verscheen hij in juni op het podium van het jaarlijkse liefdadigheidsfeest The Prince’s Trust.

 

En in oktober was hij present bij elk van de zeven concerten van Bob Dylan in Engeland.

Tom Petty vertelde daar over: “We waren met the Heartbreakers op tournee in Engeland, samen met Bob Dylan. Na een concert in Birmingham kwam George ons opzoeken. Het was mijn verjaardag en hij had een taartje meegebracht. We hadden elkaar daarvoor nog maar één keer ontmoet, maar het was meteen alsof we al ons heel leven lang dikke vrienden waren. Ik heb nog een foto van die avond: ik, George, Jeff Lynne, Roger McGuinn, Bob Dylan en Mike Campbell – alle mensen die ik leuk vind samen op één foto. Ringo was er ook bij, geloof ik. Die avond trok een orkaan door mijn leven en sindsdien is de wind nooit meer gaan liggen.”

 

Na herhaald aandringen was George bereid om, bij het laatste concert in Wembley, een nummer mee te gaan spelen. Dat werd ‘Rainy Day Woman # 12 & 35’. Na afloop van de tournee ging Dylan een paar dagen logeren bij George thuis, in Henley.

 

Op 20 januari van het volgende jaar kwamen George N Bob elkaar alweer tegen. Deze keer in New York, waar in het Waldorf Astoria Hotel, voor de derde keer artiesten werden opgenomen in de Rock And Roll Hall Of Fame. In 1988 was het de beurt aan heel wat grote namen: The Beatles, Bob Dylan, the Beach Boys, Les Paul, Woody Guthrie, the Supremes, the Drifters en Berry Gordy.

 

De avond wordt traditioneel afgesloten met een jamsessie, waaraan iedereen meedoet. Bob en George brengen samen ‘Twist And Shout’ en ‘All Along The Watchtower’.

 

Bruce Springsteen mocht Dylan inleiden. Hij vertelde dat “hij onze hersenen heeft bevrijdt, zoals Elvis onze lichamen heeft bevrijdt.” Hij vroeg ook aandacht voor Dylans recentere werk en wees er op wat een prachtige song ‘Every Grain Of Sand’ is.

 

Datzelfde nummer werd er een maand later ook door George uitgepikt, wanneer hij nog eens op de Amerikaanse radio te horen was. In het programma Rockline, bracht hij een akoestische versie van ‘Every Grain Of Sand’  om te bewijzen dat Dylan nog steeds waardevolle nummers schreef.

 

 

* * *

 

Mede dankzij een zeer grappig videoclipje was George’s single ‘Got My Mind Set On You’ naar de top in de Britse hitlijsten doorgestoten. Ook de opvolger ‘When We Was Fab’ en de LP zelf deden het uitstekend. De platenmaastchappij vroeg om een nieuwe song, als extraatje  voor de 12″ versie van de derde single: ‘This Is Love’.

 

Begin april vliegt George naar Los Angeles, waar Jeff Lynne de comebackplaat van Roy Orbison aan het producen is. Tijdens een etentje met stelt George voor om samen iets op te nemen. Orbison is meteen enthousiast. Omdat er niet zo snel een studio beschikbaar is bellen ze Bob Dylan of ze zijn privé-studio in zijn huis in Malibu mogen gebruiken. Onderweg passeert George nog even bij Tom Petty om zijn gitaar op te pikken, die hij daar eerder heeft laten liggen. Petty besluit ook mee te gaan.

 

Wanneer ze allemaal in de tuin van Bob huis zitten, ziet George daar wat kartonnen dozen staan. De openingszin “been beat up and battered around”, is een beschrijving van de toestand van die dozen en de titel ‘Handle with Care’ komt rechtstreeks van het label dat er op is geplakt.

“Ik dacht: ik ga dit niet alleen zingen,” blikte George achteraf terug: “Ik heb Roy Orbison hier  – ik ga een regel voor hem schrijven. En toen dacht ik: nu even doorzetten en dan laat ik Tom en Bob het middenstuk zingen.”

 

Iedereen draagt een regeltje bij. Alleen Bob Dylan heeft wat aansporing nodig: “Geef ons wat tekst, gij befaamde tekstschrijver” roept George. In een uurtje hebben ze de song klaar. Ze besluiten allemaal mee te doen en de zang te verdelen.

 

Zodra Mo Ostin, de directeur van Warner Brothers, het nummer hoort vindt hij het veel te goed voor een b-kant. Er wordt voorgesteld er een single van te maken en zelfs een budget ter beschikking te stellen voor meer. Het hobbyclubje besluit een hele plaat te maken: The Traveling Wilburys zijn geboren.

 

Tome Petty meent dat George echter al langer  met het idee speelde om samen iets te gaan doen. “We zagen elkaar al regelmatig daarvoor. Ik denk dat we al een gedeelte van [mijn solo-lp] Full Moon Fever op hadden genomen. Roy was er pas bij gekomen, omdat Jeff met hem aan het werk was. De eerste keer dat ik Roy ontmoette schreven Jeff, Roy en ik dat nummer: ‘You Got It’. .. Iedereen kende elkaar dus al. We zochten mekaar op. En George vond – omdat hij een extra track nodig had – dus dacht hij: we zijn hier nu allemaal, laat ons allemaal iets zingen. Toen het op band stond, vond hij het niet echt een George Harrison plaat, het is meer iets voor een groep. ‘Wat vinden jullie: hebben we een groep?’ En zo ging de bal aan het rollen. Het was een fantastische band. Het was heel plezierig om er bij te zijn.”

 

De gitaristen van de Traveling Wilburys

  

De opnamen voor de LP vinden plaats in de studio van Dave Stewart in Los Angeles, van 8 tot 21 mei 1988.

Lynne producet de plaat. De vijf gitaristen krijgen de hulp van drummer Jim Keltner. Tom Petty speelt ook bas en Jeff Lynne toetsen.

De opnamen worden ook gefilmd. Whatever Wilbury Wilbury wordt echter nooit uitgebracht voor het grote publiek.

 

Het plan is om elke dag een nummer te schrijven en dat dan op te nemen.

De opnamen voorlopen zeer voorspoedig. “We genoten er allemaal van,” blikte Roy Orbison terug: “Het was zo ontspannen. Er waren geen ego’s bij betrokken en er hing een zeer speciale sfeer.”

Zelfs Dylan schijnt daardoor terug in zijn plooi te komen. Dit resulteert in drie nieuwe nummers en een tamelijk geweldige LP. Zo werd ‘Dirty World’ geschreven nadat Bob voorstelde: “Laat ons er eentje doen in de stijl van Prince!”

De Springsteen parodie ‘Tweeter and The Monkey Man’ is Dylans beste bijdrage. “Dat kwam van Tom Petty en Bob, die in de keuken zaten,” vertelt George Harrison. “Jeff en ik zaten er bij, maar we begrepen niks van wat ze zeiden – Americana en zo. We haalden een cassetterecorder en namen het op. Dan schreven we alles uit wat ze verteld hadden. En Bob bewerkte dat een beetje… Hij had één take nodig om zich wat op te warmen en dan deden we de tweede take ‘voor echt’. De rest van ons had meer tijd, maar Bob moest op tournee en we wisten dat we het niet opnieuw konden inzingen. Dus moest het meteen goed zitten. Op die tweede take zong hij het in één keer in.”

 

De naam van de groep komt van een opmerking die iemand maakte tijdens de opname. Telkens er een foutje werd gemaakt riep er wel iemand: “We’ll bury it in the mix!” En dat werd al snel “Wilbury”. George stelde voor om er ‘The Trembling Wilburys’ van te maken, maar uiteindelijk werd het ‘The Traveling Wilburys’.

 

Voor de grap nemen ze ook allemaal een andere identiteit aan. Ze zouden allemaal halfbroers zijn, de zonen van Charles Truscott Wilbury, Sr.: George wordt Nelson Wilbury, Roy Orbison is Lefty, Bob Dylan is Lucky, Jeff Lynne is Otis en Tom Petty is Charles T. Junior.

Achteraf worden de basistracks door George en Jeff nog wat bijgewerkt in de George’s studio in Friar Park, met percussie en saxofoons.

 

 

Traveling Wilburys, Vol. 1  wordt op 18 oktober 1988 uitgebracht. Tegelijk verschijnt ook de single ‘Handle With Care’/‘Margarita’.  De single blijft in Billboard steken op de 45ste plaats en in Engeland bereikt hij een 21ste plaats.

De LP zelf wordt de verassingshit van het jaar. Waarschijnlijk mee door de recente successen van Harrison en Petty gaan er meer dan twee miljoen exemplaren van de deur uit. Het grote commercieel succes vertaalt zich in meer dan 40 weken in de Amerikaanse hitlijsten met een derde plaats als hoogste notering. Op die manier haalt Dylan, voor het eerst in de jaren tachtig, platinum. Meer zelfs: het is zijn allereerste dubbel-platina plaat.

In Engeland is het succes iets minder met een 16de plaats

 

In de nasleep gaat er ook veel aandacht naar de plaat van Roy Orbison die met ‘You Got It’ helemaal terug aan de top geraakt. Jammer genoeg kan hij niet lang van zijn nieuwe status genieten: op 6 december overlijdt hij plotseling aan een hartaanval.

 

 

 

 

 

The Beatles in 1968 – deel 4: Paul McCartney

 

Van de vier Beatles had Paul altijd het minste problemen gehad om te kunnen omgaan met de roem. Integendeel: hij genoot er van. Terwijl de anderen het touren al lang beu waren, wilde hij er nog graag mee door gaan. Hij vond het hun plicht tegenover de fans.

 

Na de dood van hun manager, Brian Epstein, had hij schrik dat The Beatles er mee zouden ophouden. Daarom kwam hij op de proppen met het voorstel om zelf een film te draaien: Magical Mystery Tour. De anderen lieten hem maar al te graag het werk doen.

 

Paul was al langer aan het experimenteren met 16-mm filmpjes. Die toonde hij zelfs trots aan de Italiaanse filmregisseur Michelangelo Antonioni. Het was slechts één van de vele interessante mensen waarmee hij contacten onderhield. Hij had er bewust voor gekozen om in het centrum van Londen te blijven wonen, terwijl de anderen ver weg zaten in de chique, maar saaie buitenwijken. Zijn huis in Cavendish Avenue ligt maar twee straten van Abbey Road, de studio waar The Beatles hun opnamen maakten.

Hij praatte met schrijvers en kunstenaars, ging naar tentoonstellingen of lezingen en maakte geluidscollages. Vooral John was wel een beetje jaloers op zoveel vrijheid. 

 

En vrijheid had Paul. Zeker wanneer zijn verloofde, de beeldschone actrice Jane Asher, weer eens voor een paar weken weg was met het toneelgezelschap Old Vic. Dan kon hij naar hartelust de vrijgezel uithangen.

 

De relatie met Jane was er een met veel strubbelingen. Ze was een jonge, onafhankelijke vrouw uit de hogere middenklasse, die een eigen carrière wou. Paul had het daar – net als de andere Beatles en de meeste jongemannen uit de werkende klasse in die tijd – moeilijk mee. Hij uitte dat in talrijke songs: ‘We Can Work It Out’, ‘I’m Looking Through You’, ‘For No One’…

 

 

Lente

 

Paul en Jane waren mee gereisd met de anderen naar Rishikesh. Maar na een maand keerden zij terug, om de rest van de vakantie door te gaan brengen op Paul’s boerderijtje in Schotland. “Mediteren kun je overal,” was zijn redenering.

 

Begin mei keerden ze echter al terug naar Londen. Jane moest terug aan het werk met haar toneelgezelschap en Paul ging Apple helpen op poten te zetten.

 

Met John en hele resem afgevaardigden van de firma vloog hij op 11 mei naar New York om er hun firma te gaan voorstellen aan de pers. Zijn visie op de zaak was: “gecontroleerde chaos – een soort Westers communisme.”

Tijdens de persconferentie ontmoette hij Linda Eastman opnieuw. Zij was een gereputeerde fotografe die, onder andere, met Jimi Hendrix, The Doors en Traffic had gewerkt.  Bij de persvoorstelling van Sgt. Pepper’s in mei 1967, had ze Paul voor het eerst ontmoet. Volgens Paul was de vonk meteen overgeslagen, maar ze waren elkaar sindsdien uit het oog verloren. Nu waagde ze haar kans en gaf hem haar telefoonnummer.

 

Terug in Londen regisseerde Paul een promofilm voor ‘Elevator’, de nieuwe single van de Apple groep Grapefruit en zette de carrière van Mary Hopkins op het goede spoor. Hij tekende haar als een van de eerste artiesten voor het nieuwe Apple label. Hij koos ‘Those Were The Days’ als haar debuutsingle en produceerde de opname.  

 

 

Juni

 

The Beatles hadden een afspraak om hun liefjes of vrouwen niet mee te brengen naar de studio. Cynthia, Jane, Patti of Maureen waren nog nooit aanwezig geweest bij een opname. De anderen waren door ook verwonderd dat John zijn nieuwe liefje meebracht naar de eerste sessie voor de nieuwe Beatles-LP. Als ze zich dan nog beperkte tot stilletjes toekijken konden ze dat tolereren. Maar dat lag niet in de aard van Yoko Ono: ze gaf commentaar en zelfs kritiek. Al direct bij de eerste sessie wou ze een microfoon en leverde ze haar eerste bijdragen aan de lange jam, waarin ‘Revolution’ ontaardde.

 

De anderen voelden zich hierbij zeer ongemakkelijk, maar wilden er niets over zeggen. Om hem subtiel op het storende element te wijzen, kwam Paul de volgende dag ook met een wildvreemde aanzetten: Francie Schwartz.

Francie was een vierentwintig jarige aspirant-schrijfster uit New York, die naar Londen was gevlogen om haar filmscript bij Apple te slijten. Daarbij had ze, aan de receptie van het Apple hoofdkwartier, toevallig Paul ontmoet.

 

In 1998 vertelde ze over de eerste ontmoeting met The Beatles: “Het was een serieuze schok om door die dubbel deur binnen te stappen en ze alle vier samen te zien: Paul aan de piano en de andere drie rond hem. Maar nadat Paul me had voorgesteld als “Franny” werden het al snel gewone mensen voor mij.

Een paar uur later stond ik te dansen tussen twee takes in en zelfs mee te zingen: “Ba-oom shooby-doo-wah”, met mijn gezicht op twintig centimeter van dat van George Harrison, aan de andere kant van de micro. Fantastische nacht, die eerste keer.”

 

Dat weekend is Paul getuige bij het huwelijk van zijn jongere broer, Mike McCartney. Maar wanneer Jane terug vertrokken is voor het vervolg van de tournee, begint hij een verhouding met Francie Schwartz.

 

Hoewel de Abbey Road studio (toen nog EMI-studio), elke werkdag vanaf 14:30 tot middernacht geboekt was voor The Beatles, wou dat daarom nog niet zeggen dat ze er ook aanwezig waren. Paul en Francie zijn de enige die in de namiddag van 11 juni zijn komen opdagen. Hij neemt dan maar in zijn eentje het akoestische ‘Blackbird’ op.

 

Een paar dagen later, vliegt hij naar Los Angeles. Hij gaat er, als verrassing voor alle aanwezigen, de stafvergadering van de Amerikaanse platenmaatschappij Capitol bijwonen om er Apple te promoten.

 

Een van de mannen die met hem meegereisd is, is Peter Brown, een assistent van Derek taylor. Jaren later schrijft hij een schandaalboek over zijn jaren bij The Beatles: The Love You Make. Daarin vertelt hij dat Paul in zijn suite in het Beverly Hills Hotel, de dag na de vergadering, een “black & white show” opvoerde met een zwart fotomodel en een blanke actrice. De beide dames lagen, volgens hem, elk in een afzonderlijk bed in twee afzonderlijk kamers, op Paul te wachten.

Na een paar uur kreeg het zwarte model, Winona, ruzie met Paul, waarop hij haar buiten zette.

Peter Brown vertelt dat wanneer Winona wat later terugkeerde naar Paul’s suite, Linda Eastman de deur open deed. Zij zou naar LA zijn gevlogen om hem te vertellen dat ze zwanger was.

 

Ken Mansfield, die de leiding had over de Amerikaanse tak van Apple vertelt het anders. Hij was bij Paul in de suite die namiddag. Volgens hem werkte Paul aan ‘Ob-La-Di, Ob-La-Da’ en ‘Back In The USSR’, waarbij Mansfield enkele suggesties aandroeg. “Paul was even buiten, toen er werd geklopt. Ik deed open en ontmoette Linda Eastman voor het eerst. ‘Hallo, waarmee kan ik u helpen?’ vroeg ik. ‘Is Paul hier?’ Over mijn schouder zag ze Paul uit de slaapkamer komen. Ze stormde langs me, omhelsde hem, duwde hem door de deur, sloeg die dicht en verdwenen waren ze, voor de rest van de dag en nacht.”

 

De volgende dag keert Paul terug naar Londen, waar Francie op hem wacht.

 

De regionale TV zender London Weekend Television had Paul gevraagd om het thema te schrijven voor een nieuwe serie: Thingumybob. “Ik heb altijd gehouden van brass bands,” vertelt Paul, “daarom schreef en producete ik een song voor de Black Dyke Mills Band. We trokken naar het noorden: naar Saltaire, bij Bradford. Daar namen we eerst de b-kant op [een instrumentale versie van ‘Yellow Submarine’] in een grote hal, met veel echo. Voor de a-kant wou ik een ander geluid. Dus gingen we gewoon buiten en speelden op straat. Daar kregen we een mooie klank.”

 

Paul heeft Peter Asher en Derek Taylor meegenomen voor de lange trip naar Yorkshire. Op de terugweg stoppen ze een dorpje in Bedfordshire, om Paul’s bobtail, Martha, wat te laten spelen in de rivier. Ondertussen gaan ze een pint drinken in een kroeg vlakbij. Daar raken ze aan de praat met de lokale bevolking. 

Een van die mannen, John Keech, doet achteraf zijn verhaal: “Hij was een gewone gast – absoluut niet pretentieus. Het was duidelijk dat de roem hem niet naar het hoofd is gestegen. Het was echter wel surrealistisch.

Om een uur of twee in de morgen ging ik naar huis en vertelde tegen mijn vrouw dat ik pinten had gepakt met Paul McCartney. Zij vond dat het slechtste excuus dat ze ooit had gehoord. Maar toen ik zei dat ik terug ging, was ze in een wip uit bed.

Ik vond het raar dat een grote ster als Paul McCartney in ons kleine dorpje stopte. En dan vermaakte hij ons ook nog eens urenlang aan de piano.Toen ik hem vroeg hoe hij bij ons terecht was gekomen, antwoordde hij: ‘Gewoon: heel spontaan. We prikten met een speld in een kaart en keken waar we uitkwamen’.”

Volgens Keech was een van de songs die Paul er speelde, een vroege versie van ‘Hey Jude’.

 

 

Juli

 

Op een avond zit Francie in Paul’s huis wat TV te kijken, wanneer ze onverwachts bezoek krijgt. De moeder van Jane Asher komt wat kookboeken ophalen.

Wanneer Paul later thuiskomt van zijn werk in de studio, is hij niet al te blij wanneer Francie hem verteld wie langs is geweest. Francie pakt haar spullen en keert terug naar haar appartement.

Een paar uur later belt Paul haar om haar te vragen bij hem te komen inwonen.

 

Een paar dagen later komt Jane zelf kijken wat er aan de hand is. De Apple Scruf (meisjes die er een dagtaak aan hebben om The Beatles altijd en overal te volgen) proberen hem te waarschuwen, maar hij gelooft hen niet. Het gevolg is dat Jane hen samen aantreft in de slaapkamer. Ze  stormt het huis uit, gevolgd door Paul.
Maar de volgende dag worden ze samen gezien, hand in hand, in Hyde Park.

 

Zowat de hele eerste helft van juli wordt besteedt aan de opname aan ‘Ob-La-Di, Ob-La-Da’. Paul ziet het nummer als een potentiële single.

“[Jimmy Scott] was een zwarte, een vriend van me.… Wanneer iemand hem vroeg hoe het met hem ging antwoordde hij altijd: Bwa, ob-la-di, ob-la-da life goes on, bra.’ Een echte Afrikaan. Ik vond dat een mooie uitspraak. “

 

Maar de anderen worden zenuwachtig van zijn streven naar perfectie voor wat zij als een banaal nummer zien. Er hangt spanning in de lucht. De sfeer in de studio is de laatste weken zienderogen achteruit gegaan en volgens Francie is Paul zwaar beginnen drinken.

 

 

Het weekend van 20 juli is er weer een pauze ingelast. John heeft een eiland gekocht voor de Ierse kust. Hij wil dat gaan bezoeken.

Paul maakt van de gelegenheid gebruik om zijn nieuwe vriendin te gaan voorstellen aan zijn vader, in Liverpool.

Paul werkt er verder aan de tekst en het arrangement van ‘Hey Jude’ op de piano in de woonkamer.

Net die avond onthult Jane in het TV programma Dee Time dat haar verloving met Paul beëindigd is. Ze verklaart: “Ik weet dat het sentimenteel klinkt, maar we praten nog met elkaar. Het gaat alleen niet meer.”

 

Hoewel John iedereen van zijn kennissenkring verboden heeft nog contact te hebben met zijn ex-vrouw, zoekt Paul de volgende dag Cynthia op in Kenwood, om haar te gaan troosten.

“Het was vlak nadat ze uit elkaar waren gegaan. Ik had altijd al een goede band gehad met [hun zoontje] Julian. Het is een sympathieke knul.

Terwijl ik er naar toe reed was ik wat aan het zingen, zo van ‘Hey, Jules.’ Ik weet niet waarom ‘Hey, Jules.’ Het kwam gewoon zo. ‘Don’t make it bad/Take a sad song…’ En toen vond ik dat Jude beter klonk. Een beetje country and western-achtig. Het was gewoon een naam. Het had evengoed ‘Hey Luke’ of ‘Hey Max’ of ‘Hey Abe’ kunnen zijn, maar ‘Hey Jude’ was beter.”

Eens aangekomen geeft Paul een roos aan Cyn en stelt haar voor om te trouwen: “Wat denk je Cyn? Wij twee? We zullen ze eens iets laten zien, niet?”.

 

Volgens Francie werkte hij lang aan de song: “Ik zag wekenlang er aan schaven. Elke keer een beetje anders.”

 

De volgende vrijdag stelt hij het nummer voor aan de anderen. Vooral John is er behoorlijk van aangedaan. “Toen Paul ‘Hey Jude’ de eerste keer zong… vatte ik het erg persoonlijk op. ‘Ah, dat ben ik,’ zei ik, ‘Dat gaat over mij.’ En hij zei: ‘Nee, het gaat over mij.’ En ik zei: ‘Ik heb het begrepen: we gaan door hetzelfde.'”

“Ik weet nog dat ik het voor John en Yoko speelde,” vertelt Paul. “En ik zei: de tekst is nog niet af. Ik had dat stukje: ‘The movement you need is on your shoulder,’ en John riep: ‘Dat is juist geweldig!’ En ik zeg: ‘Maar het betekent niks.’ Waarop hij weer: ‘Juist wel. Het is fantastisch.'”

 

In 1980 blikt John een laatste keer terug, in zijn interview met Playboy: “[Paul] zei dat het over Julian ging. Hij wist dat we uiteen gingen en dat ik Cyn en Julian achterliet. Hij was als een oom voor hem. En toen kwam hij met ‘Hey Jude.’ Maar ik heb er altijd een boodschap voor mij in gehoord.. ik lijk wel een van die fans die altijd van alles in de song horen….

Maar denk er eens over: Yoko was net in beeld gekomen en hij zingt ‘Hey, Jude’ – ‘Hey, John.’ Onbewust was hij aan het zeggen: ‘Vooruit, ga maar.’ Natuurlijk wou hij niet dat ik hem in de steek liet. De engel in hem zei: ‘je hebt mijn zegen.’ Maar de duivel in hem vond het maar niks, want hij wou zijn partner niet kwijt.”

De volgende dagen worden uitsluitend besteed aan het opnemen van ‘Hey Jude’. Onmiddellijk wordt beslist dat dit de nieuwe single moet worden. Zelfs John is bereid om ‘Revolution’ naar de b-kant te verwijzen.

 

De relatie tussen John en Paul is zodanig verbeterd dat Paul hem en Yoko onderdak biedt tot ze een betere oplossing hebben. “Ik vond het geweldig,” vertelt Francie, “maar voor Paul was het minder. Ze bleven drie weken.

 

 

 

 

 

 

na, na, na, na-na-na-naaaaaa

En dan doen we allemaal: "na, na, na, na-na-na-naaaaaa"

 

 

 

Augustus

 

Over het dagelijkse leven in Cavendish Avenue kan Francie ons ook wat inside informatie geven. Zo vertelt ze dat Paul veel dronk in die periode.
“Muziek was “werk” wanneer John en Paul het mee naar huis namen. Soms gingen ze naar boven, naar een kleine studio op zolder waar ze de opnamen van die dag beluisterden.

Paul speelde soms een proefpersing van ‘Jude’ of ‘Thingumybob’ of een plaat waarop we samen dansten. Maar ik kan me niet herinneren dat hij ooit gitaar of piano voor me speelde. Hij is een perfectionist en hij was toen heel onzeker over zijn rol als Beatle en als man…

Ik zag hoe het hem wrong dat hij zelf geen arrangementen kon schrijven, wanneer we Linda’s platen draaiden [Linda Eastman zond hem de laatste nieuwe platen uit Amerika.], vooral het debuut van Randy Newman. Paul’s eerste reactie was: ‘Die kerel kan echt muziek schrijven!’. Ik was geshockeerd. Ik zei niks, maar ik dacht: en jij dan?”

 

Einde augustus is de sfeer terug helemaal omgeslagen. Ken Scott, een van geluidstechnici van de studio vertelt hoe Paul alleen aan het werk is aan de opname van ‘Mother Nature’s Son’. “We waren blazers toe aan het voegen toen John en Ringo binnenwandelden. Opeens was de spanning te snijden. Het was zo intens. Ze bleven een half uurtje en toen ze wegwaren werd alles terug normaal.”

Paul ligt ’s nachts wakker van de vijandigheid die er heerst tussen de vroegere kameraden. Op een nacht heeft hij een droom waarin zijn overleden moeder hem vertelt het zich niet zo aan te trekken: “Het komt wel in orde”. Paul verwerkt de droom in een song: ‘Let It Be’.

 

 

September

 

Einde augustus ziet Francie in dat het niks wordt tussen haar en Paul. Ze maakt het eten klaar, gaat langs Apple voor geld voor de vlucht en stapt op het vliegtuig naar New York.

 

Paul blijft niet lang alleen: de Duitse actrice en zangeres Nico komt een tijdje bij hem logeren. Ze was in Londen voor een behandeling van een doorboord trommelvlies. Ze wou bij de fotograaf David Bailey intrekken, maar die wou haar niet binnen laten en stuurde haar naar Paul.

 

Twee weken later is Paul opgelucht wanneer hij hoort dat Andy Warhol en Paul Morrisey, de manager van de Velvet Underground in Londen zijn. Hij moet haar dringend terug kwijt, want hij heeft Linda Eastman uitgenodigd om hem te komen opzoeken.

 

Op 24 september maken The Beatles plannen bekend voor een live TV show. Vooral Paul voelt er veel voor terug live te gaan spelen, om de groep zo terug bijeen te brengen. Een eerste concert wordt aangekondigd voor 14 december in de Royal Albert Hall in Londen.

 

De volgende ochtend vroeg, wanneer Paul naar huis keert na de opnamen, staat Linda Eastman hem op te wachten. Ze is net 27 geworden.

Yoko vertelt over de eerste keer dat Paul haar mee nam naar de studio: “Het eerste wat ze me vertelde was dat ze er was voor Paul en niet voor John. Ik vond dat sympathiek. Ze verwachtte dat ik nerveus zou zijn. Ze zei gewoon: ‘Oh, Ik ben bij Paul.”

Ik dank dat ze graag bij mij wou zijn – en bij John, in de zin van Paul en John zijn goede vrienden, dan moeten wij ook goed met elkaar kunnen opschieten. We gingen naar ons huis en Linda kookte voor ons. We hadden fijne diners en zo. Ook toen ze zwanger was en het moeilijk werd voor haar om te koken. Maar ze bleef het doen en dat was fijn.”

 

 

Oktober

 

Naast de plaatopnamen besteedt Paul ook veel tijd aan het hoes. Hij werkt, gedurende bijna twee weken, dagelijks met Richard Hamilton aan het ontwerp.

 

In de studio werkt hij veel op zijn eentje. Zowel ‘Martha My Dear’ als ‘Why Don’t We Do It in the Road’ zijn solo-werken. Vooral over dat laatste is John niet te spreken. Het ligt erg in de lijn van zijn latere solowerk en hij had er graag op meegespeeld.

“Dat is Paul,” vertelt John daarover in 1980. “Hij nam het in zijn eentje op in een andere kamer. Zo ging dat toen. We kwamen binnen en hij had een compleet nummer opgenomen: drums, piano, zang… Maar hij kon…  misschien kon hij zich niet losmaken van The Beatles. Ik weet het niet, maar ik vond het een goed nummer.

Ik weet niet hoe het met George zat, maar het deed mij pijn als hij zonder ons iets in elkaar stak. Maar dat ging toen zo.”

Paul antwoordde daarop: “Ik heb het niet met opzet gedaan: John en George waren met iets bezig en Ringo was vrij. Dus zei ik tegen hem: kom, we gaan even iets opnemen. Een paar dagen later hoorde ik John dat nummer zingen. Hij hield er van en ik veronderstel dat hij mee had willen doen. Het was echt zijn soort song.”

 

 

Wanneer de opnamen achter de rug zijn vliegen Paul en Linda naar New York, waar ze tien dagen in het appartement van Linda verblijven. Paul maakt er kennis met Linda’s dochtertje Heather. Hij laat zijn baard staan en kan zo anoniem rondlopen in Harlem, Little Italy en Chinatown.

Ze bezoeken er Bob en Sara Dylan.

Daarnaast heeft Paul ook een afspraak met Stockhausen om te bekijken of The Beatles samen met hem zouden kunnen optreden. Door een hevige sneeuwstorm kan Paul niet op de afspraak raken en de plannen raken nooit verder dan dat.

 

Op 31 oktober vliegen ze terug naar Londen. Deze keer neemt Linda haar dochtertje, Heather, mee om definitief in Engeland te blijven.

 

 

November

 

Begin november neemt Paul hen beide mee naar Liverpool om hen voor te stellen aan zijn vader en de rest van de familie. Van daar uit reizen ze door naar Schotland, waar ze zich een tijdje terugtrekken op Paul’s boerderijtje.

 

 

December

 

Daarna vliegen ze naar Portugal, waar Paul aan Linda vraagt om met hem te trouwen. Na een eerder weigering in New York, gaat ze nu akkoord.

 

Daarom vliegen ze op 18 december terug naar New York om er Paul te laten kennis maken met de familie Eastman. Hij is erg onder de indruk van de burelen van John en Lee Eastman, in Manhattan. Linda’s vader en broer zijn er succesvolle advocaten, gespecialiseerd in kunstzaken.

In januari zal Paul voorstellen dat zij de problemen van Apple proberen te ontwarren. Maar de gevolgen daarvan zijn voor een andere keer.

 

 

 

 

 

 

3 – John Lennon

 

 

Begin 1968 was John zevenentwintig. Met The Beatles was hij aan de top van de wereld geraakt. The toppermost of the poppermost, zoals hij dat graag uitdrukte. Hij had alle seks, drugs, lekker eten, roem, geld e,n wat dan ook die hij zich maar ooit had kunnen wensen. Maar hij was niet gelukkig.

Hij was getrouwd met een schoolvriendin, Cynthia, omdat die in verwachting was geraakt. Samen met zijn schoonmoeder woonde het “gelukkige gezinnetje” in een poepchique wijk op een uur rijden van Londen. Ver van alle actie. Nu er niet meer getourd werd, vulde hij zijn dagen met slapen en het slikken van pillen.

 

In november 1966 had hij iemand ontmoet die hem niet meer losliet: een kleine Japanse kunstenares. Sinds hij haar tentoonstelling had bezocht, bleef ze regelmatig in zijn leven opduiken. Vaak op de meest onverwachte momenten. Opeens kroop ze naast hem in de auto. Soms stond ze dagenlang in de regen voor zijn huis te wachten. En dan waren er de vreemde briefjes die ze hem schreef. Er staan boodschappen op als:  “Ik ben een wolk. Zoek me.”

Cynthia had, al lachend, ooit gevraagd of hij niet beter af zou zijn met haar. “Doe niet zo gek,” had hij geantwoord. 

 

 

Februari tot april

 

Wanneer The Beatles, begin februari een paar dagen in de studio zitten om een single op te nemen, ziet John zijn kans schoon. Tijdens de laatste dag van de opnamen zou er een filmploeg komen om een clipje te draaien bij ‘Lady Madonna’. Hij nodigt Yoko Ono uit om te komen kijken.

Tijdens de opname zegt hij tegen haar dat ze er moe uit ziet. Of ze niet even wil gaan liggen.  Een van de Beatleshulpjes brengt haar naar een appartement in de buurt. Daar staat al een bed klaar.

Maar Yoko loopt weg. Niet gediend van zo weinig subtiliteit. 

 

 

Enkele dagen later vliegen John en Cynthia naar Rishikesh.

 

Cynthia had eerst nog gehoopt dat John in de nieuwe omgeving terug op haar golflengte kon komen. En de eerste paar dagen leek dat ook het geval. Maar na twee weken neemt John zijn intrek in een ander appartement. Hij verklaart dat hij er beter kan mediteren. “Het heeft niets met jou te maken.”

Pas later beseft Cyn dat het was om, in alle rust, zijn post te kunnen lezen.

 

“Er bleven van die rare briefjes komen. Ik werd er gek van. In Indië begon ik haar te zien als een vrouw – niet alleen maar als een intellectuele vrouw.”

Hij zou Yoko willen vragen om ook te komen, maar dat durft hij niet. Hoe zou hij zoiets aan zijn vrouw moeten uitleggen? Hij laat het dan maar zo.

 

Wanneer Yoko terugkeert van een paar optredens in België en Frankrijk krijgt ze de deur van haar appartement maar met moeite open. Zoveel kaarten en brieven heeft John haar gestuurd.

 

Met de nieuwe fingerpickingstijl die hij van Donovan heeft geleerd begint John enkele nummers te schrijven. Als eerste brengt hij een ode aan de twee belangrijkste vrouwen in zijn leven. Julia is de moeder die hij op jonge leeftijd verloor, maar in de song smokkelt hij ook subtiele verwijzingen naar Yoko: “Ocean child” is de letterlijke vertaling van haar naam.

 

In het vliegtuig, op de terugweg naar Londen, vertelt John aan zijn vrouw hoe onbelangrijk ze in zijn leven is geworden. Het komt des te harder aan bij Cynthia, omdat ze in Indië gehoopt had dat hun huwelijk terug goed kon komen.

“Eens terug in Engeland, bleef hij afstandelijk,” schrijft Cynthia in haar boek. “Slechts één keer was er nog een band tussen ons en dat was, ironisch genoeg, op het moment dat hij zijn ontrouw toegaf. Ik stond aan de afwas toen hij plots zei: ‘Er zijn andere vrouwen geweest, weet je, Cyn.’

’Dat geeft niet,” zei ik, totaal verrast door zijn eerlijkheid. 

‘Ik heb alleen van jou gehouden, Cyn,’ zei hij. Hij kuste me en zei: ‘Ik hou nog van je en zal dat altijd blijven doen’.”

 

 

Mei

 

John is zeer rusteloos en ongelukkig nu de nieuwe zekerheden en de rust van de meditatie weggevallen zijn. Hij gaat terug zwaar aan de drugs. Hij voelt zich eenzaam, met een vrouw waarvan hij vervreemd is en zijn vrienden die hun eigen families hebben.

 

Daarom vraagt hij Pete Shotton om zijn persoonlijke assistent te worden. Pete is al bevriend met John van in de basisschool. John heeft hem vroeger een supermarkt cadeau gedaan en daarna een job bezorgd bij Apple. Maar voortaan moet hij John’s chauffeur spelen, zijn rekeningen betalen, zijn post doornemen…

 

Samen gaan ze een paar dagen logeren bij Derek Taylor. Ook Derek is een oude bekende van uit Liverpool. In de beginjaren was hij de PR-man van The Beatles, maar in 1965 is hij naar Los Angeles vertrokken om er te gaan werken voor The Beach Boys en The Byrds. Maar nu is hij terug gekeerd om voor Apple te komen werken. 

 

Tijdens het bezoek geraakt John helemaal van de kaart door een zware LSD trip. Hij meent dat hij een complete mislukking is. Derek moet hem de hele nacht lang, zijn eigen levensverhaal vertellen en aan de hand van zijn eigen liedjes uitleggen wat hij allemaal heeft gepresteerd.

 

Enkele dagen later krijgt Derek een uitnodiging voor een ontmoeting met de actrice Brigitte Bardot. Die is in Carnaby Street aan het filmen voor The Devil’s in Town. Zij inviteert The Beatles in haar suite in het Londense May Fair Hotel. Derek geeft de uitnodiging door: Paul zit in Schotland en George en Ringo zijn niet geïnteresseerd. Maar John wil zijn jeugdidool wel ontmoeten. Maar hij stelt een paar voorwaarden: de suite moet helemaal worden ontruimd en er moeten allemaal kaarsen branden. “Het hotel management was er niet blij mee, dat alle meubels de gang op werden geduwd,” herinnert het Franse sekssymbool zich later, “en de volgende dag werd ik het hotel uit gezet. Maar het was fijn om bij John Lennon te zijn.”

 

Nochtans verloopt de ontmoeting niet vlekkeloos. Hoewel Derek vooraf had laten weten dat alleen John zou komen, had Bardot een aantal vriendinnen uitgenodigd en gereserveerd in het trendy restaurant Parkes in Beauchamp Place.

Om zijn zenuwen te bedwingen had John vooraf wat acid genomen. “Ik was compleet van de kaart,” blikt hij later terug. “Ik zei alleen maar ‘Hallo’ en schudde haar hand.”

Zonder één woord zet hij zich daarna op de grond, in lotuspositie.

“Indië heeft nogal een indruk nagelaten,” probeert de actrice.
“Niets vragen,” gebiedt John. “Voel de vibraties.”

Om het evenwicht tussen het aantal jongens en meisjes wat te herstellen, laat Bardot twee jonge mannen bellen om te gaan dineren. John en Derek slaan de uitnodiging echter af. Bardot heeft genoeg gezien en het gezelschap vertrekt.
Wanneer Bardot enkele uren later terug naar haar suite gaat, hoort ze, nog voor ze de deur opent, harde Indische muziek. Binnen treft ze de Beatle aan, languit op de vloer liggend. Derek is uitgeteld en omringd met lege bierflesjes. Ze geeft John een gitaar en vraagt hem een paar nummers te spelen. Dat doet hij, waarna ze vertrekken.
Achteraf doet hij het vooral af met: “I was on drugs and she was on her way out.”

 

Op 11 mei vertrekken John en Paul, met enkele afgevaardigden van Apple naar New York om er de oprichting van hun firma, die officieel Apple Corps Ltd heet,  te promoten. John weigert Cynthia mee te nemen.

 

Wanneer ze vijf dagen later terug thuis komen, stuurt John zijn vrouw en zoontje met vakantie naar Griekenland. Donovan verblijft daar met zijn manager Gypsy Dave. Cyn hoeft niet alleen te gaan. Haar moeder gaat mee, plus Alex Mardas (Magic Alex) en Jenny Boyd ( de schoonzus van George Harrison).

“We hadden het nodig om even afstand te nemen,” meent Cynthia. “Ik geloof niet dat hij mij kwijt wou. Hij moest de dingen voor zichzelf op een rijtje zetten. Hij was erg onzeker en twijfelde aan alles. De Maharishi had hem ontgoocheld, de toekomst van The Beatles was onzeker na de dood van hun manager en we wisten niet goed hoe het met ons tweeën verder moest.”

 

De volgende avond maken John en Pete Shotton, onder invloed van LSD, experimentele opnamen. Daarna zitten ze wat te praten over John’s ontgoochelingen in de Maharishi en andere idolen, wanneer John plots verklaart: “Pete, Ik denk dat ik Jesus Christus ben.”

Hij laat onmiddellijk een spoedvergadering beleggen, voor de volgende namiddag.

“Ik moet jullie iets vertellen, ” meldt hij trots: “Ik ben Jesus Christus. Ik ben terug gekomen. Dit is wat ik moet doen.”

“Voila, dat weten we ook weer,” reageert Ringo lakoniek. “Vergadering afgelopen. Kom, we gaan eten.”

Na het diner rijden John en Pete terug naar John’s huis in Weybridge.

Omstreeks 10 uur ’s avonds belt John naar Yoko Ono. Hij vraagt haar om een taxi te nemen en naar hem toe te komen. “Ik dacht, Cyn is weg. Nu is het moment om haar beter te leren kennen.”

John weet niet goed wat hij nu moet aanvangen. “We kunnen twee dingen doen,” zegt hij tegen haar: “We kunnen hier gewoon blijven zitten en wat praten, of we kunnen naar boven gaan en wat muziek maken.”

“Ik ben niet goed in het praten over koetjes en kalfjes,” vult Yoko aan, “dus koos ik voor de muziek.”

In zijn muziekkamer laat hij haar wat experimentele dingen horen die hij de laatste dagen heeft opgenomen. En dan beginnen ze zelf wat te knoeien. “Het was middernacht toen we begonnen aan Two Virgins en het werd ochtend toen we klaar waren,” vertelt John. “En toen gingen we met elkaar naar bed. Het was prachtig.”

 

De opnamen die ze die nacht samen maken worden later als Unfinished music No 1: Two Virgins uitgebracht.

“Het is in dat liedje,” blikt John terug: “‘Those wedding bells are breaking up that old gang of mine.’ Het was pas toen ik… hoe oud was ik toen Yoko ontmoette? 26. Dat was het: het was gedaan met de bende op het moment dat ik haar leered kennen. Ik deed het niet bewust, maar dat is wat er gebeurde. Op het moment dat ik haar ontmoette, was het gedaan met de jongens. En toevallig waren de jongens beroemd en niet zomaar de jongens van zaterdagavond in het café.”

 

De volgende dag draagt John Pete op, om een huis te gaan zoeken voor hem en Yoko.

Hij stuurt hen ook samen uit om Yoko’s spullen te gaan halen en wat nieuwe kleren voor haar te gaan kopen. John en Yoko hebben beslist in het vervolg enkel nog wit te dragen.

Onderweg moet Pete haar een snelcursus over The Beatles geven.

 

Later die dag komt Cynthia komt terug naar huis, samen met Jenny Boyd en Magic Alex. Ze vinden John en Yoko samen in de keuken. Yoko draagt haar ochtendjas en Yoko’s spullen liggen in haar kamer.

John verwelkomt hen kalm: “Hallo.”

Cynthia vlucht naar een appartement, aan Montague Square, in Londen, dat Jenny, Alex en enkele vrienden huren van Ringo. Cyn drinkt te veel wijn en vertelt Alex Mardas alles over haar problemen met John.

Wanneer ze twee dagen later terug naar huis gaat, om wat spullen te halen, is Yoko verdwenen. John doet heel normaal en vertelt dat het allemaal een vergissing was. Ze gaan zelfs samen naar bed.

Om Julian niet te zeer te verontrusten vertrekt Cynthia de volgende dag, zoals gepland met vakantie naar Pisaro in Italië. Nog diezelfde avond krijgt ze er bezoek van Alex. Die brengt haar een boodschap van John: hij wil scheiden. Hij dringt er ook op aan dat zij alle schuld op zich neemt, want het zou slecht voor zijn imago als hij de schuldige zou zijn. Hij stelt voor te wisselen van verblijf: Cynthia kan met Julian en haar moeder Lyl terug intrekken in hun huis en John en Yoko verhuizen dan naar Ringo’s flat aan Montague Square.

 

In de flat aan Montague Square leven John en Yoko van champagne, kaviaar en drugs. Het appartement verandert al vlug in een puinhoop. Ze kijken intussen uit naar een nieuw huis.

 

Juni

 

Enkele dagen later beginnen de opnamen van de witte dubbel LP. Tegen de afspraak in neemt John zijn liefje mee naar de studio. Yoko is bovendien niet van plan stilletjes toe te kijken. Ze geeft commentaar en zelfs kritiek, zeer tot ongenoegen van de anderen, die zich hierbij zeer ongemakkelijk voelen. Al direct bij de eerste sessie wil ze een microfoon en levert haar eerste bijdragen aan John’s song ‘Revolution N° 1’.

John is erg jaloers. Hij heeft schrik dat een van de anderen zou aanpappen met zijn lief. Daarom wil hij haar geen moment alleen laten. Ze moet zelfs mee als hij naar het toilet gaat.

 

De volgende dagen spenderen John en Yoko heel veel tijd aan een geluidscollage op basis van de jam waarin ‘Revolution’ is geëindigd. John heeft de laatste zes minuten er van af geknipt en samen vergroten ze de kakofonie door er allerlei geluidseffecten aan toe te voegen. Sommige maken ze zelf terwijl ze andere uit de EMI archieven halen. Ze noemen het geheel ‘Revolution N° 9’.

 

Op 15 juni houden John en Yoko een “Acorn Event”. Ze planten twee eikels voor de National Sculpture Exhibition bij de kathedraal van Coventry. De eikels symboliseren het samenkomen van het Oosten en het Westen.

De eikels worden opgegraven door fans. Nieuwe eikels worden geplant en 24 uur per dag bewaakt door twee veiligheidsagenten.

 

Drie dagen later wonen John en Yoko de première bij van The John Lennon Play: In His Own Write, een toneelstuk gebaseerd op John’s boek, in een regie van Victor Spinetti. Het koppel wordt er uitgejouwd door het publiek. “Cynthia is beter dan haar” wordt er geroepen. Er is flink wat racisme in het spel. Naast “spleetoog” wordt ze ook uitgemaakt voor “monkey” (aap).

’s Anderendaags staan besteden alle kranten commentaar op de aankomst van John en Yoko aan het Old Vic Theatre. Er wordt druk gespeculeerd over huwelijksmoeilijkheden. De flat aan Montague Square wordt 24 uur op 24 belegerd door fotografen.

 

Het zal dan ook geen toeval zijn dat wanneer, na een onderbreking van twintig dagen, The Beatles de opnamen terug oppikken, de eerste song er een van John is: ‘Everybody’s Got Something To Hide Exept Me And My Monkey’.

 

Om die bewering kracht bij te zetten neemt John, met een zelfontspanner, naaktfoto’s van hemzelf en Yoko. Die worden afgedrukt op de voor-en achterzijde van de hoes van hun LP Two Virgins.

 


Juli

 

Op 1 juli openen John en Yoko de tentoonstelling You Are Here (To Yoko From John Lennon, With Love‘) in de Robert Fraser Gallery in Mayfair, Londen. De tentoonstelling bestaat uit een werk van John, voornamelijk gemaakt met kisten van Oxfam. Het werk mag door iedere bezoeker worden aangevuld.

Natuurlijk worden ze weer belegerd door de pers.

 

Later in de maand komen John en Cynthia met hun advocaten bij elkaar om de scheiding te regelen. Cynthia krijgt slechts £ 75,000. John beweert dat ze helemaal niets voor hem heeft gedaan en dat hij uiterst vrijgevig is.

Hij verbiedt iedereen uit zijn omgeving om nog enig contact met haar te hebben.

Als afscheid aan zijn vijfjarig zoontje neemt hij een wiegeliedje op: ‘Good Night’. Hij laat het echter door Ringo zingen.

 

Verder worden een hardere, snellere versie van ‘Revolution’ opgenomen. Dat was nodig omdat John het nummer als single wou uitbrengen, maar de anderen de eerste versie te traag vonden.

Ook ‘Cry, Baby Cry’ en een eerste versie van ‘Sexy Sadie’ worden op band gezet.

 

Omdat de situatie in de flat onhoudbaar is geworden, nodigt Paul John en Yoko uit om bij hem in te trekken, in zijn huis in Cavendish Avenue.

Paul’s vriendin, Francie Schwartz , vertelt daar over: “John en Yoko zouden nooit bij ons zijn ingetrokken als de boekhouder van Apple niet had geweigerd om Yoko’s schulden af te betalen. Daardoor kon John ook geen huis kopen waar ze in konden gaan wonen. Ik herinner me dat John riep: ‘Van wie is die verdomde firma eigenlijk?’.”

 

Revolution

 

Augustus

 

Terwijl ze daar wonen beginnen John en Yoko ook hun eerste films te draaien met een 16 mm camera. (Film No. 5) Smile, is een sterk vertraagde opname van John’s gezicht. Voor Two Virgins, worden John en Yoko’s gezichten gefilmd en daarna over elkaar heen worden geprojecteerd zodat ze in mekaar overvloeien.


Paul gaat als diplomaat mee wanneer John en Yoko de naaktfoto’s voor de hoes van Two Virgins gaan tonen aan Sir Joseph Lockwood. De grote baas van EMI is niet te spreken over de hoes. “Waarom zou je nu zo iets doen?’ vroeg ik hen. Yoko zei: ‘Het is kunst.’ ‘Waarom maak je dan geen naaktfoto van Paul? Die ziet er beter uit. Of een standbeeld uit het park?”

Het is vooral omdat Paul zijn vriend blijft verdedigen dat EMI, als compromis aanvaard dat EMI de plaat zal persen, maar Apple moet instaan voor de verdeling.

 

Half augustus nemen The Beatles nog twee songs van John op: een remake van ‘Sexy Sadie’ wordt in een berghok van de studio opgenomen, om de akoestiek daar eens uit te brengen. ‘Yer Blues’ is een kreet van pijn en ‘What’s The New, Mary Jane?’ pure onzin.

 

Wanneer John en Yoko een week of drie bij Paul inwonen gebeurt er iets dat volgens

Francie Schwartz: “… het moment [was] van de emotionele breuk tussen John en  Paul.”

In haar boek, Body Count, vertelt ze: “Het was augustus en ik woonde bij Paul in Cavendish Avenue. John en Yoko woonden er ook, in de living. Paul opende zijn fan mail nooit … Die van John en Yoko kwam ook bij ons aan.
Paul was boven en er brief op de schoorsteenmantel. Het adres was getypt en gericht aan John en Yoko. Het was niet afgestempeld. Ze openden het er ze lieten me zien wat er stond: ‘You and your Jap tart think you’re hot shit.’ We waren sprakeloos. Het was niet ondertekend. Er stond niet meer.

Toen kwam Paul binnen. In zijn blote lijf, blootsvoets, handen in de zakken.. ‘Oh, Ik deed dat maar om te lachen,’ zei hij.

John bekeek hem met een blik van: Ken ik u?

Het was voorbij. Helemaal voorbij. Ze werkten nog samen, maar het werd nooit meer hetzelfde.”

September

Het verhaal is nooit door iemand anders bevestigd. En het blijkt ook niet uit de volgende song van John die The Beatles opnamen. In‘Glass Onion’ zingt John: ‘The walrus was Paul’. Een duidelijke verwijzing naar ‘I Am The Walrus’

“Dat was om iedereen nog meer in de war te brengen. Het betekende niks, een beetje poëzie. Ik deed het omdat… Ik voelde me wat schuldig omdat ik met Yoko was en ik Paul achter liet. Ik wou… op de een of andere manier zei ik tegen Paul: ‘Hier, heb je wat kruimels, een streling van het ego, want ik ben weg’.”

 

Op 17 en 18 september geeft John een interview aan de Amerikaanse journalist Jonathan Cott, voor het splinternieuwe tijdschrift Rolling Stone Met Yoko aan zijn zijde, heeft John het onder andere over black power, Jean-Luc Godard, Bob Dylan en zijn eigen creatieve proces.

Oktober

 

Op John’s 28ste verjaardag delen John en Yoko mee dat ze zwanger zijn. Het kind wordt verwacht voor februari ‘69.

 

Een dag eerder heeft Pete Shotton zijn ontslag gegeven als persoonlijke assistent. John had hem gevraagd om het appartement even op te ruimen. Pete trof er een grote warboel van vuil ondergoed, papieren, vuile borden en kleren aan. Hij vond zich toch iets te goed om John en Yoko’s rommel op te ruimen.

 

Wanneer hij een tiental dagen later nog eens op bezoek wil gaan, is het volop paniek. John is getipt over een inval van de drug-politie. Pete en John trachten zoveel mogelijk spul kwijt te raken. Yoko sluit zich op in de slaapkamer en maakt een scène over Pete’s aanwezigheid. Om verdere ruzies te vermijden stapt Pete dan maar op, met de zak van de stofzuiger.

Even later staat Sgt. Norman Pilcher met zijn mannen voor de deur. Ze vinden een kleine hoeveelheid marihuana.

John en Yoko worden gearresteerd en overgebracht naar het politiekantoor van Paddington Green, waar ze de nacht moeten doorbrengen.

De volgende dag worden ze overgebracht naar het  Marleybone Magistrates Court. De rechtszaak wordt uitgesteld tot 28 november en John en Yoko worden op borgtocht vrijgelaten. Pers en publiek zijn hierbij ruim aanwezig. Yoko wordt uitgejouwd. De fotograaf van de Daily Mirror maakt een foto die later wordt gebruikt voor de hoes van Unfinished Music Number 2 – Life With The Lions.

John en Yoko trekken voor een tijdje in bij een vriend, de advocaat Nicholas Cowan.

 

 

November

 

Een week na de inval, wordt Yoko opgenomen in het Queen Charlotte Hospital in Londen, omdat er gevreesd wordt voor een miskraam. John blijft gedurende de tijd dat ze in het ziekenhuis ligt op haar kamer slapen. Omdat er geen bed voor hem vrij is, slaapt hij in een slaapzak, op de grond. Een foto van de twee, getrokken door Suzan Wood, wordt in mei ’69 gebruikt voor de hoes van Life With The Lions.
Op die plaat staan opnamen die John in het ziekenhuis maakt met een cassetterecorder: de hartslag van het ongeboren kind (‘Baby’s Heartbeat’), John en Yoko die krantenartikels voorlezen over hun perikelen in het ziekenhuis (‘No Bed For Beatle John’) en het draaien aan een knop van een radio (‘Radio Play’).

 

Op 21 november, de dag na het uitbrengen van de dubbel-LP The Beatles, heeft Yoko een miskraam. Ze noemen het kind John Ono Lennon II.

 

Terwijl Yoko in het ziekenhuis ligt wordt de scheiding van John en Cynthia officieel uitgesproken. Cynthia krijgt £100,000 en het hoederecht over Julian, plus £2,400 per maand alimentatie.

 

Met een flinke vertraging brengt Apple Unfinished Music N° 1 – Two Virgins uit. Op de hoes staan John en Yoko frontaal naakt afgebeeld. Omdat zowel EMI als Capitol alle medewerking weigeren, wordt de plaat wordt verdeeld door klein onafhankelijke labels. Die verkopen de plaat gewikkeld in een bruine omslag.
Ondanks dat vele winkeliers weigeren de plaat te stockeren, worden er zo’n 25 000 exemplaren van verkocht. Genoeg voor een 124ste plaats.

George verklaart later dat hij de plaat nooit heeft beluisterd. “Dat was niet mijn ding. Het was hun trip. Ze gingen zo op in zichzelf dat ze dachten dat alles wat ze deden of zeiden van wereldbelang was. Daarom maakten ze er platen en films van.”

 

Op 28 november moeten John en Yoko dan voor de rechter verschijnen op beschuldiging van het bezit van cannabis. John pleit schuldig om zo Yoko te ontzien. “Ik dacht, dan ben ik er van af met een boete van honderd pond of zo.”

Uiteindelijk bedraagt de boete £150, plus de kosten. Maar de veroordeling zal hem jarenlang veel problemen bezorgen om in de US te kunnen blijven.

 

 

December

 

Op 11 december doen John en Yoko mee aan de opnamen van een film van The Rolling Stones: Rock ‘n’ Roll Circus.

Er zijn eerst optredens van Jethro Tull en The Who.

Dan speelt John ‘Yer Blues’ begeleid door Eric Clapton, Keith Richards en Mitch Mitchell. Daarna jammen ze met violist Ivry Gitlis op ‘Whole Lotta Yoko’ waarbij Yoko zorgt voor de “zang”.

De opnamen worden afgesloten met een set van the Rolling Stones zelf. Die beginnen echter pas om 2 uur ’s nachts. Het grootste deel van het publiek is ondertussen naar huis gegaan.

 

Maar ze hebben meer waar voor hun geld gehad dan diegenen die een week later in de Royal Albert Hall gaan kijken naar de Alchemic Wedding. Tijdens het alternatieve kerstfeest zitten John en Yoko er anderhalf uur in een grote witte zak op het podium. “Bag art” heet zoiets. 

 

 

Yer Blues

 

THE BEATLES IN RISHIKESH

 

 

 

 

 

 

“Tegen 1968 raakten we stilaan uitgeput, geestelijk dan,” meent Paul McCartney: “We waren The Beatles en dat was fantastisch. We hadden geprobeerd om met onze voeten op de grond te blijven en dat was ons redelijk aardig gelukt. Maar toch besloop ons zo een gevoel van: al die roem en al dat geld, wat stelt het allemaal voor?”

“Het werd voor ons allemaal even tijd om er tussen uit te knijpen,” meent ook Cynthia, de vrouw van John Lennon: “die hectische jaren hadden hun tol geëist.”

“We probeerden van alles uit,” gaat Paul verder: “En omdat George geïnteresseerd was in Indische muziek, was het een kleine stap om te vragen: hoe zit dat met dat meditatie gedoe? Komen ze echt van de grond los? Kunnen ze vliegen? Kan zo een slangenbezweerder echt aan zo een touw omhoogklimmen? Het was een soort onderzoeken. Toen we de Maharishi hadden ontmoet, dachten we: vooruit, we gaan naar Rishikesh.”

 

Rishikesh is een stad aan de voet van het Himalaya gebergte in het noorden van Indië. Het gebied is prachtig gelegen op de plaats waar de Ganges uit het gebergte de vlakte in stroomt. Midden in de bossen ligt daar de ashram van de Maharishi Mahesh Yogi. De ashram is een soort klooster of leefgemeenschap voor aanhangers van een religie. De Maharishi promoot er de Transcendente Meditatie (TM).  Dat is een eenvoudige geestelijke techniek die men twee keer per dag beoefent gedurende 15 tot 20 minuten. Door het mediteren vergeet men even alle problemen, neemt de stress weg en versterkt de gezondheid.

 

Elk jaar organiseerde de Maharishi in de ashram een cursus voor Westerlingen, om hen op te leiden om instructeur te worden in de TM.

 

The Beatles en hun vrouwen arriveren er half februari. Eerst komen John en Cynthia met George en Patti. Twee dagen later volgen Paul en Jane, met Ringo en Maureen. Natuurlijk is trouwe helper en manusje van alles, Mal Evans al voorop gestuurd om alles in orde te maken.

 

In de  Academy of Transendental Meditation verblijven de studenten in stenen gebouwen, met telkens een zestal kamers. Elke kamer heeft twee bedden en een moderne badkamer (hoewel het water niet altijd doorkomt). Iedere student betaald er $350 per dag. De meeste studenten zijn vooral Amerikaanse dames van middelbare leeftijd. Toch zijn er nog enkele andere beroemdheden deze keer: de Schotse folkzanger Donovan met zijn manager Gypsy Dave, Mike Love, de zanger van de Beach Boys, de Amerikaanse actrice Mia Farrow met haar broer John en zus Prudence…

 

Omdat de Beatles drie weken achterlopen op de andere studenten, geeft de Maharishi hen extra lessen, in de namiddag. Een les duurt in principe 90 minuten met vraag en antwoord, gevolgd door meditatie. Vooral John en George gaan er helemaal in op. Vooral John hoopt “het antwoord” te vinden. Volgens Mia Farrow bekeek hij de Maharishi als een soort tovenaar.

In de Anthology reeks, vertelt Paul daarover nog een mooie anekdote: “De Maharishi moest een keer naar New Delhi. Hij liet een helikopter naar het kamp komen. Die landde vlakbij, aan de oever van de rivier. We gingen er allemaal naar toe, in onze kaftans. Toen zei iemand: ‘Een iemand kan even mee met de Maharishi voor een vluchtje. Wie is kandidaat?’ Natuurlijk zorgde John dat hij het was. Achteraf vroeg ik hem waarom hij er zo op gebrand was. ‘Ik dacht dat hij mij “het antwoord” zou geven,’  zei hij. Typisch John!”

 

Met veel vrije tijd en weinig om handen wordt er veel gemusiceerd in het kamp. John en Paul hebben hun akoestische Martin D-28 gitaren meegenomen. George heeft een sitar en tamboura besteld en voor Ringo is er een tabla (een soort Indische  djembe).

 

John is erg geïnteresseerd in de finger-picking stijl van Donovan. “Ik legde hem uit dat ik minstens drie dagen nodig had om hem de basis aan te leren. Het is ene moeilijke stijl, waarvoor je doorzettingsvermogen nodig hebt. John leerde snel.

Toen hij het onder de knie had, was hij blij om een heel nieuwe manier van songschrijven ter beschikking te hebben. Het eerste nummer dat hij schreef was een aangrijpend nummer over zijn moeder: ‘Julia’. Ik hielp hem een beetkje met de tekst, omdat ik goed kinderliedjes kan schrijven. Korte tijd later schreef hij ook ‘Dear Prudence’ en misschien ook ‘Crippled Inside’.
Paul was niet geïnteresseerd om het te leren, maar hij pikte wel wat op, door toe te kijken terwijl ik het John aanleerde. Misschien komt ‘Blackbird’ daar uit voort… George hield het bij zijn op Chet Atkins geïnspireerde stijl. Hij was trouwens meer begaan met zijn sitar, in die tijd.”

 

‘Dear Prudence’ gaat over het jongere zusje van Mia Farrow. Die wou zo veel mogelijk mediteren en sloot zich daarom op in haar kamer. Ze kwam er zelfs niet uit voor de gemeenschappelijke maaltijden. Om haar naar buiten te lokken gaan John, Paul en George voor haar venster ‘Ob-La-Di, Ob-La-Da’ zingen.

Zij reageert er echter niet op. Daarom schrijft John een nummer speciaal voor haar: “Dear Prudence, won’t you come out to play?”

 

Na elf dagen vliegen Ringo en Maureen terug naar huis. Ze  missen hun kinderen en zijn het ook gewoon beu: de routine, de vliegen, de spinnen en schorpioenen, het vreemde eten….

“Ik vond er niks aan,” verklaart Ringo achteraf. “Het voedsel was een probleem voor mij, omdat ik allergisch ben aan zoveel dingen. Ik had twee valiezen mee: eentje met kleren en eentje met bonen in tomatensaus.”

De Maharishi ziet in de aanwezigheid van The Beatles een prima gelegenheid om wat reclame te maken voor zijn leer. Hij wil een filmploeg laten komen om een documentaire film te draaien.

Wanneer Dennis O’Dell, hoofd van de afdeling films van Apple dat hoort, vliegt die onmiddellijk naar Indië om er een stokje voor te steken. Ook Neil Aspinall, de raodmanager van de band gaat mee om er The Beatles op te wijzen dat ze problemen gaan krijgen met United Artists. Ze hebben een contract voor drie films met die maatschappij, terwijl ze er nog maar twee hebben gedraaid: Help! en A Hard Day’s Night.”

In dat verband wil Dennis ook een ander filmproject met hen bespreken: het idee om de boeken van J.R.R.Tolkien, The Lord of the Rings te verfilmen met The Beatles in de hoofdrollen.

Ze reageren enthousiast op het idee en beginnen prompt de rollen te verdelen. John vertelde aan Denis dat hij wel een dubbel-LP kohn schrijven over dat boek.

 

Twee weken na Ringo en Maureen zijn ook Paul en Jane het moe in Indië. Ze keren, samen met Neil en Dennis terug op 26 maart. “Ik had het, van te voren, een maand gegeven. Toen ik merkte dat niemand echt “het licht had gezeien” na een maand, vond ik het welletjes. Ik dacht: mediteren kan ik overal. Dat is het leuke ervan: je hoeft niet naar een kerk er voor.

 

George is wat boos dat Paul weg gaat. Hij gaat er helemaal in op. “Ik herinner me dat ik iets zei over de volgende plaat en hij reageerde met: ‘ We zijn hier niet om over muziek te praten. We zijn hier om te mediteren’. Ik dacht;: kalm aan, jongen.”

 

Enkele dagen later arriveert Joe Massot. Massot was betrokken bij de film Wonderwall Music, waarvoor George de muziek had geschreven. Hij was door George aanbevolen bij de Maharishi voor het draaien van de documentaire. 

“Tegen dat wij aankwamen waren John en George de enige overgebleven Beatles,” weet Joe Massot. John zat op het platte dak, melodeon te spelen. Hij toonde me mijn kamer. Toen hij mijn draagbare cassettespeler zag vroeg hij wat voor muziek ik bij had. Ik zei dat ik ‘(Sittin’ On) The Dock Of the Bay’ bij had, het laatste singeltje van Otis Redding – dat was pas uit – en ook wat hash. John fluisterde dat drugs niet toegelaten waren in het kamp en dat ik het tegen niemand mocht vertellen. En zeker niet tegen George.

Die avond rookten we het spul op met ons tweetjes en we luisterden zeker twintig keer na elkaar naar ‘Dock Of the Bay’.”

Massot merkt al snel dat hij er niets kan uitrichten. “De filmploeg kwam nooit opdagen.”

 

Nu Paul en Ringo naar huis zijn, verveelt John zich. George gaat immers helemaal op in de zaak. Daarom laat hij Magic Alex overkomen. Dat is een Griekse vriend, die allerhande elektronische dingen uitvindt. Hij brengt speelkaarten, sigaretten en wijn mee om de zaak wat op te vrolijken.
Maar Alex vindt er zijn draai niet. Het is er heet en vochtig, en hij bestempelt de cursisten als “mentaal gestoorde, oude Zweedse dames… en een stelletje mooie meisjes met een hoek af.” Hij wil zo snel mogelijk terug weg, en als het effen kan, niet alleen.

 

Hij maakt er kennis met een jonge Amerikaanse, die ook naar huis wil, maar dat nog niet kan met haar vliegtuigticket. Zij vertelt hem dat de Maharishi haar kip heeft gegeven – het eten is daar strikt vegetarisch – en dat hij daarna zelfs avances wou maken.

 

Hij haast zich om dat tegen John en George te vertellen. Alleen doet hij net alsof hij heeft gezien hoe de Maharishi pogingen ondernomen heeft om een van de meisjes te verleiden. “Toen George begon te geloven dat het waar is, was het voor mij duidelijk dat er iets van aan was,” verklaart John achteraf.

Na een hele nacht discussiëren besluiten ze de Maharishi zelf met de zaak te confronteren.

“Dus trokken we allemaal samen naar de Maharishi. En, natuurlijk, wanneer er een vuil werkje moet worden opgeknapt mag ik dat doen,” vertelt John “Ik zei tegen hem: wij gaan weg’. En hij vroeg: ‘waarom?’ en zo van die zever en ik zei: ‘Wel, als je dan toch zo kosmisch bent dan zul je dat wel weten.’

En hij keek mij vies aan, zo van: ‘Ik maak u kapot, rotzak.’

Toen begreep ik dat ik hem uitgedaagd had en dat ik hem te hard had aangepakt.”

 

Jaren later geeft George zijn versie van wat er is gebeurd: “De cursus bestond uit twee delen: eerst de lessen in de ashram en dan gingen ze verder naar Kashmir. Zo ging het ieder jaar. Maar ik was van plan om alleen het gedeelte in Rishikesh te doen en daarna naar het zuiden te reizen om er wat filmopnamen te gaan maken met [de Indische sitarspeler] Ravi Shankar. Dus had ik tegen de Maharishi gezegd dat ik niet meeging naar Kashmir – ik was daar het vorige jaar al geweest.’ Maar hij wou dat we meegingen. En toen hebben we hem gezegd dat we weg gingen. John wou sowieso weg. Hij wou terug naar Yoko – dat wist ik toen niet – met wie hij pas een verhouding was begonnen.

En door dat idiote verhaaltje had hij een goede aanleiding om het af te bollen.”

 

Terwijl ze wachten om een taxi, begint John een nummer te schrijven: “Maharishi, what have you done? You made a fool of everyone”. Op aanraden van George verandert hij dat later in ‘Sexy Sadie’.

“Wij dachten dat met opzet de taxi tegen hielden,” vertelt John: “We dachten: we raken hier nooit meer weg. En die gekker Griek die bij ons was, was helemaal paranoïde. Die bleef maar roepen: ‘Het is zwarte magie! Ze gaan ons hier houden.”‘

 

Op 15 apail vliegen John en Cynthia terug naar Londen, terwijl George en Patti verder reizen naar Madras, waar ze nog een paar weken zullen blijven.

 

Het Indische avontuur van The Beatles is voorbij.

 

Donovan krijgt het laatste woord: “We hadden hetzelfde probleem: we waren wereldberoemd, maar eigenlijk waren we nog steeds kunststudenten. In Indië kregen we de kans om nog eens voluit kunstsudenten te zijn. We hingen wat rond, met onze akoestische gitaren. John tekende wat, we mediteerden… Er was geen pers, geen media, geen tournees, geen druk, geen roem. Ik leerde wat bij en hun manier van songs schrijven veranderde evenveel als de mijne. We speelden urenlang en veel daarvan kwam terecht op de Witte Dubbel-LP. Ik ben erg trotst dat ik  wat invloed het gehad op de Witte Dubbel-LP van the Beatles.”

 

 

 

 

 

 

 

Sexy Sadie

 

 

 

Dear Prudence

 

The Beatles in 1968

 

 

 

 

Inleiding

 

Mick Jagger noemde hen “het vierkoppige monster”. The Beatles waren jaren lang een hechte vier-éénheid. Met hun uniforme kapsels en kledij leken ze onafscheidelijk. Daar kwam een einde aan toen ze in augustus 1966 ophielden met optreden. “Dat was het,” stelde George Harrison vast: “Ik ben geen Beatle meer.”

De volgende maanden gingen ze elk hun eigen weg. John acteerde in een film, George trok naar Indië om er de cultuur en religies te bestuderen, Paul schreef filmmuziek en ging op safari in Kenia en Ringo.. die hing wat rond. 

 

Pas na een maand of vier kwamen ze terug samen. Alleen zagen ze er nu niet meer hetzelfde uit: ze hadden kleurrijke broeken en jassen aan, er waren snorren verschenen en John had een brilletje opgezet. De Swinging Sixties waren in volle bloei. En Strawberry Fields en Sgt. Pepper’s vormden de soundtrack voor de overstap van zwart-wit naar kleur.

 

Hun manager, Brian Epstein, voelde zich meer- en meer overbodig en overleed die zomer aan een overdosis pillen. Net op het moment dat the Beatles een nieuwe vaderfiguur hadden gevonden: de Maharishi Mahesh Yogi. Een giechelend Indisch mannetje met veel haar, dat Transcendente Meditatie (afgekort tot het wat handiger TM) predikte. Hij was de perfecte guru voor popsterren. Hij vond het niet erg als je met een Rolls Royce reed. 

 

Om te voorkomen dat The Beatles nu helemaal uit elkaar zouden vallen kwam Paul met het voorstel om een eigen film te draaien: Magical Mystery Tour. Door onervarenheid en een gebrek aan planning of coördinatie werd de film een flop, maar we houden er tenminste ‘I Am The Walrus’ aan over. 

 

In de lente van 1968 was er eindelijk wat tijd om zich verder te gaan verdiepen in TM in het Indische  Rishikesh. Daar kwamen verder barsten in het viertal: Ringo en Paul hielden het al snel voor bekeken, George ging er helemaal in op en John had zijn zinnen gezet op een nieuwe vrouw: Yoko Ono.  

 

Bovendien probeerden The Beatles ondertussen om hun eigen management en platenmaatschappij op poten te zetten: Apple.

 

 

In november zal het veertig jaar geleden zijn dat deze plaat verscheen.

 

Het was één van de eerste platen die ik kocht – weliswaar zo’n jaar of vijf, zes na het uitkomen ervan. Ik was er compleet van overhoop. Zoveel muziekstijlen op één plaat: country, blues, avant-garde, rock, music hall… Wat mij betreft is het nog steeds een van de beste platen aller tijden. 

 

In de volgende weken wil ik jullie graag gidsen door het verhaal achter de witte dubbel-LP van the Beatles.

 

Omdat het verhaal veel te lang zou worden om in één keer te vertellen ga ik het opsplitsen in verschillende delen. Ook omdat de vier toen allemaal hun eigen problemen hadden en hun eigen ding deden, samen of alleen.

 

Het eerste hoofdstuk zal gaan over de trip naar Rishikesh, dan krijgen John, Paul, George en Ringo elk hun eigen hoofdstuk. Daarna nemen we een kijkje achter de schermen van Apple en dan pas achter de opnamen van The Beatles – zoals de plaat officieel heet.

Tenslotte herneem ik mijn stukje over het totstandkomen van de hoes.