Vorige maand overleed Larry Jon Wilson. Het nieuws heeft hier niet de kranten of het nieuws gehaald. De countryzanger is hier dan ook zo goed als volstrekt onbekend.

Het was een jaar of vier-vijf geleden dat ik een compilatie oppikte onder de titel Country Got Soul. Zoals de titel het aangeeft gaat het over blanke mannen (en een enkele vrouw) die zwarte muziek brengen. Alle clichés vertellen ons dat de muziek in het mythische South  netjes is opgedeeld: blanke muzikanten spelen er country (of Southern boogie) terwijl zwarten zich toeleggen op soul. Natuurlijk is de werkelijkheid nooit zo, euh… zwart-wit.

De Stax house band bijvoorbeeld die te horen is op honderden fantastische singles van Wilson Pickett, Otis Redding, Sam & Dave, Rufus Thomas en noem maar op, is Booker T & The MG’s. Een band bestaande uit twee blanken en twee zwarten. Ook producers als Chips Moman, Jerry Wexler en Dan Penn kunnen zich beter insmeren wanneer ze veel in de zon lopen. 

Hetzelfde geldt voor The Swampers, de studiomuzikanten in de legendarische Muscle Shoals Sound in Alabama. De bassist David Hood bijvoorbeeld is de vader van Patterson Hood van de Drive-By Truckers.

Maar we wijken af geloof ik. Op Country Got Soul zijn dus een aantal tracks bij elkaar gebracht van countryzangers die af en toe buiten de lijntjes kleurden en zelf ook soul brachten. Mensen als de al eerder genoemde Dan Penn, Tony Joe White, Charlie Rich, Eddie Hinton… Het openingsnummer op die cd is ‘Sheldon Churchyard’ van Larry Jon Wilson. Op het vervolg Country Got Soul, Vol. 2 ontbrak de man ook niet. Daarop stond zijn ‘Ohoopee River Bottomland’.

De beide cd’s zijn van zo’n hoge kwaliteit dat het uitnodigt om op zoek te gaan naar meer. Zo kwam ik op het spoor van Larry Jon Wilson.

De man is geboren in Swainsboro, Georgia, in 1940. Hij studeerde chemie en werkte tien jaar lang, als technisch consulent in een fabriek van glasvezels, in South Carolina. In 1970 – hij was toen dertig – kreeg hij een akoestische gitaar cadeau. Hoewel hij nooit les heeft genomen, lukte het spelen zo vlot dat hij zich vier jaar later al, sterk genoeg voelde om zijn job op te geven en van zijn muziek te gaan leven. In 1973 was zijn debuutplaat New Beginnings goed ontvangen. Op de plaat bracht hij verhalen over zijn jeugd in Georgia, op een mengeling van country, gospel en soul. Prachtige muziek… maar moeilijk in een hokje te plaatsen. Op de opvolgers Let Me Sing My Song To You, Loose Change en Sojourner bleef hij koppig de ingeslagen weg volgen. De hits kwamen niet en het grote succes bleef uit.

In 1980 gaf hij er de brui aan.

Het waren precies de Country Got Soul compilaties die hem, 25 jaar later, terug in de belangstelling brachten. Onder leiding van Dan Penn kwamen de overlevenden een paar avonden samen, om nieuwe songs op te nemen voor Testifying, een plaat onder de gezamelijke vlag The Country Soul Revue. Larry Jon kwam met twee nieuwe nummers: ‘Sapelo’ en ‘Friday Night Fight At’.

Die vormden het opstapje naar een nieuwe eigen cd: Larry Jon Wilson, in 2008. Die is jammer genoeg niet over de hele lijn sterk. Het is meteen zijn laatste plaat, want op 21 juni overleed hij aan een hartaanval. Larry Jon Wilson is 69 geworden.

Omdat zijn originele platen heel moeilijk te vinden zijn, plaats ik hier een linkje naar zijn fantastische debuut, New Beginnings.